- 2 -
20 maart 1986
de raad voorgesteld om een werkgroep te benoemen die de uitgangspunten verder
formuleert voor de realisatie van een overdekt zwembad. Het is wat teleurstellend
als wij dan zien dat u dit voorstel in handen wilt stellen van een kennelijk
bestaande ambtelijke werkgroep die zich daarmee bezig houdt. Wij zouden toch
graag zien dat in de geest van ons voorstel overgegaan wordt tot het betrekken
van de toekomstige gebruikers -de zwemverenigingen, het personeel, etc - maar
zeker ook van de geledingen uit deze gemeenteraad bij het goed formuleren van
de uitgangspunten waaraan de nieuwe zweminrichting moet gaan voldoen. Ik wil ook
nog benadrukken dat een dergelijke procedure volstrekt in de geest ligt van het
reorganisatieproces dat op handen is, waar ook met name in een aantal gesprekken
naar voren is gekomen dat het formuleren van doelstellingen vanuit de raad
belangrijk moet worden geacht. Dat is in feite de essentie van het voorstel dat
wij u hebben gedaan.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, met betrekking tot een overdekte zwem-
accommodatie in Soest kan ik de raad meedelen dat de Stichting Zwembaden daar
al enige tijd mee bezig is. Kort na de vakantie vorig jaar is een interne
notitie gereed gekomen waarin over deze zaak al enige dingen zijn geïnventari
seerd. Op 6 november 1985 heb ik een gesprek gehad met de Duinkikkers, waarin
een overdekt zwembad aan de orde is gekomen en waarbij uiteraard het clubgebeuren
ter sprake kwam, het waterpolo, het gehandicapten-zwemmen, het bejaarden-zwemmen
de temperatuur van het water, enzjallemaal zaken die in de Turf helaas niet
bereikbaar zijn. In overleg met de Duinkikkers heb ik afgesproken dat er vanuit
de Stichting Zwembaden in gezamenlijk overleg met de Duinkikkers een brief aan
het college zou worden geschreven om daarin op te merken dat het goed zou zijn
om in het kader van de raadsbehandelingen van november vóór die datum een stuk
gereed te maken dat ter inzage zou worden, gelegd voor de raad. Uit die brief kan
ik enkele zinnen citeren: "Ons bestuur -het bestuur van de Stichting Zwembaden
is van opvatting dat voor een overdekte zweminrichting een bedrag op het investe
ringsplan zou moeten worden opgenomen." De brief is gedateerd op 8 november 1985.
Verder merkt men in de brief op dat de hele zaak met betrekking tot het zwem
gebeuren in de verdere verkoopprocedure van het Soester Natuurbad en de totstand
koming van een overdekte zweminrichting, beide gelijke aandacht zouden moeten
krijgen en in een parallelle tijdsfasering zouden moeten worden ontwikkeld. Een
eerder genoemde stuurgroep, die al bestond in het kader van het Dalweg-gebeuren,
zou ter zake de werkzaamheden hervatten. De laatste regel van deze brief luidt:
"Wij verzoeken u dit schrijven voor de eerdergenoemde raadsvergadering ter kennis
van de gemeenteraad te brengen." Dit is gedaan ter gelegenheid van de voorberei
ding voor de investeringsplanning. Tijdens de raadsvergadering heb ik op een
vraag van mijnheer Ebbers geantwoord dat er inderdaad een werkgroep was ingesteld
die zich met het overdekte zwemgebeuren bezig houdt. Er is een relatie tot de