10 april 1986
-17 -
en de plus-variant. Als zodanig is het dus wel besproken.
VOORZITTERIk schors de vergadering nu een moment.
VOORZITTERIk heropen de vergadering. Er heeft overleg plaatsgevonden,
ook met de vertegenwoordiger van de beroepschriftencommissie. Deze heeft
ons geadviseerd en adviseert daarmee dus de raad om nu wel een beslissing
te nemen, omdat hij van mening is dat er voldoende informatie is om
dat te kunnen doen en er geen sprake is van nieuwe informatie die men
niet zou kennen. Er kan nu tot een verantwoord oordeel worden gekomen.
Heer EBBERS: Mag ik daar nog iets aan toevoegen? In de beroepschriften
commissie hebben wij er met name ook over gesproken dat de inschaling
in de opzet van een volgende begroting toch opnieuw aan de orde gesteld
zal worden. Zoals het thans ligt, voldeed het volledig aan de vraag,
want het gaat in feite om de interpretatie van de zinsnede: binnen het
kader van de goedgekeurde personeelsformatie. Er wordt helemaal niet
gesproken over de minus-, maximum- en tussenvariant. Nadrukkelijk zijn
die drie varianten wel degelijk aan de orde gesteld in de beroepschriften
commissie, met name door de vertegenwoordigers van de Stichting en daar
is door ons uitvoerig over gesproken. Als zodanig is er dus geen nieuwe
informatie bij ons binnengekomen. Wij adviseren nadrukkelijk de raad
het beroepschrift ongegrond te verklaren.
VOORZITTERVan de kant van het college wil ik meedelen dat, omdat hier
eigenlijk sprake is van een soort administratief rechterlijke situatie,
het niet juist zou zijn om een collegestandpunt te formuleren, maar
de leden van het college volledig de vrijheid te geven te stemmen zoals
het hun goeddunkt, opdat daarmee duidelijk wordt dat hier sprake is
van een arbitrale beslissing van de raad. Daarbij kan iemand zich ook
onthouden van stemming, als hij dat wil.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, als punt van orde zou ik het volgende in
het midden willen leggen. De funktie die wij. in dit verband vervullen
is een uiterst belangrijke. Wij moeten daar zeer weloverwogen besluiten
in kunnen nemen. Op grond van de diskussie zoals die tot nu toe is gevoer
heb ik er eigenlijk behoefte aan om nog de kans te hebben zorgvuldig
mijn stem af te wegen en ik zou het op prijs stellen als we de besluit
vorming één raad kunnen overzetten.
VOORZITTER: Dat verzoek heb ik daarnet ook van u gekregen, maar dat
heeft mij verder van geen enkele kant bereikt. Op uw verzoete heb ik
de vraag met name gericht aan de beroepschriftencommissie of zij vond
dat er voldoende informatie bekend is en dat er eigenlijk geen extra
afweging nodig is omdat er nieuwe informatie zou zijn. Als dat verzoek
van u nu gesteund wordt door een belangrijk deel van de raad, dan wordt
het wat anders, maar als u de enige bent, dan wil ik wel doorgaan met
de zaak.
Heer KRIJGER: Niet namens de fraktie, maar namens mijzelf denk ik dat
het goed is toch nog eens extra te kijken en ik steun dan ook het orde
voorstel van de heer Pothuizen.
VOORZITTERIk constateer dat ook de heer Visser en mevrouw Molen dat
ordevoorstel ondersteunen.
Heer VISSER: Ik ondersteun het ook, omdat ik eige' .jk zat te wachten
tot u de stellingname van mijnheer Bolhuis zou weerleggen. Dat valt mij