- 18 - 10 april 1986 - 19 - ook rtuigend, acht t kan Pothuizen n op oe an ing rde riode ng ;ers tndere gemeente ce doende '1 3, atieversch. igekeurde siding, ezen. wacht kgever wat is tijdelijke steeds we nu termijnen aouden rheid Visser t hij ik de an de e brengen, n volgende gen rt kan len rea— issie terecht jsie weer helemaal over te doen, maar het is natuurlijk wel zo, dat wanneer u de heer Ebbers de gelegenheid biedt om tegenargumenten te verzamelen tegenover het betoog van mijn kant, dat het dan mijn recht is om daartegenover het mijne in te brengen. Als dat enige tijd kost, dan denk ik dat we er ook wel enige tijd voor mogen vragen omdat we met administratieve rechtspraak bezig zijn. Dat is in het belang van de rechtszekerheid en in het belang van onszelf, want wij hebben een verordening vastgesteld en daarin moeten wij een besluit nemen. Als de heer Ebbers zegt dat mijn verhaal steunt op het verleden, dat het vroeger zo was maar nu niet meer van toepassing is omdat de feitelijke situatie is veranderd, dan heeft de heer Ebbers niet geluisterd naar mijn betoog. Ik heb duidelijk naar voren gebracht dat het uitsluitend gaat over de vraag of de subsidieverordening goed is toegepast, waarop Jeugdzorg een beroep doet. Als de subsidieverordening naar het inzicht van de heer Ebbers wellicht niet geheel meer in overeenstemming is met de feitelijke situatie, dan moet de subsidieverordening in zijn gedachtengang worden gewijzigd. Maar dat is niet het punt waarover ik vanavond praat. Waar ik nu over praat is dat de subsidieverordening, die wij zelf hebben vastge steld, ook door ons moet worden toegepast en nageleefd. Daarbij gaat het met name over artikel 3. Dat de opleidingskosten destijds niet zijn betaald, dat kan, want die worden in artikel 3 niet genoemd. Wat in artikel 3 wordt genoemd, dat zijn de kosten van de goedgekeurde personeelsformatie, een en ander -ik zal het helemaal voorlezen - voor zover van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van de geldende CAO, dan wel de door de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk uitgevaardigde regels, zoals onder andere het besluit benoembaarheidseisenAls ik dan artikel 39 van die benoembaarheidseisen pak, dan kom ik weer bij de schaal en de herinschaling die moet plaatsvinden bij hogere opleiding (de minus variant, de gewone variant en de plus-variantIk kan er niet aan ontkomen dat dat in dit besluit artikel 39 staat en dat in de verordening een artikel staat dat de door de minister uitgevaardigde regels in acht dienen te worden genomen. VOORZITTER Ik wil de diskussie nu inhoudelijk sluiten, want anders gaan we in allerlei termijnen verzeilen. Heer VAN GELDER: Voorzitter, wij hebben nog niet eens de gelegenheid gehad er iets over te zeggen. VOORZITTERDaar heeft u gelijk in, gaat uw gang. Heer VAN GELDER: Ik denk dat er op dit moment een wat merkwaardige situatie aan het ontstaan is. De beroepschriftencommissie zegt bij monde van de heer Ebbers dat de kanttekeningen die door de heer Bolhuis worden geplaatst wel degelijk in de overwegingen zijn meegenomen. Op dat moment kun je drie dingen doen. Je kunt zeggen dat dat niet goed genoeg is en de suggestie van de heer Bolhuis steunen. Je kunt inderdaad het vertrouwen dat de raad de beroepschriftencommissie gegeven heeft om voor de raad dit soort beroep schriften ook in juridische en technische zin voor te bereiden en ons een advies te geven, opvolgen. Je kunt de beroepschriftencommissie ook verzoeken om, ondanks het feit dat men zegt dat de punten die hier aan de orde zijn wel degelijk aan de orde zijn geweest tijdens de beraadsl het nog eens over te doen en met een hernieuwd advies te komen. Dat laatste zien wij geen aanleiding toe. Als zo uitdrukkelijk gezegd wordt namens de beroepschriftencommissie dat deze argumenten zijn meeger. dan zijn wij bereid om aan te nemen dat dat is gebeurd en dan hoeft de technische diskussie hier niet plaats te vinden. Het kan in stemming geb worden en mijn fraktie zal het voorstel van de beroepschriftencommissie er., a c r- n

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 78