25 juni 1987
- 9 -
de positie van de sector-directeuren en dat soort zaken dat het ons heel
vreemd lijkt om op dit moment deze toewijzing te doen. Daarom zal ik tegen
zijn.
VOORZITTER: Ik constateer dat de PvdA-fraktie, Progressief Soest, D'66
en de heer Meilof tegen zijn. De discussie is eigenlijk al gevoerd in de
commissie a.b.z. helemaal over deze zaak, dus ik heb eigenlijk niet de
behoefte om dat nog een keer opnieuw te zeggen. Ik denk dat het duidelijk
is. Ik constateer dat de overige leden van de raad voor zijn en dat het
voorstel is aangenomen.
Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de asfaltering
van en het aanbrengen van verkeersremmende maatregelen op de Wieksloterweg.
VOORZITTER: Er was nog een kleine aanvulling bij gekomen in een brief.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, eigenlijk zijn wij een beetje droevig
gestemd op dit punt. Er zal geen.misverstand over bestaan dat die asfaltering
er wat ons betreft moet komen en de verkeersremmende maatregelen ook, maar
de droefheid vloeit voort uit het feit dat naar onze mening het nu voorgelegde
voorstel voor wat betreft die verkeersremmende maatregelen wederom onvoldoende
is. En die mening stoelen wij op de visie van gewaardeerde deskundigen,
ook door uw college gewaardeerde deskundigen, namelijk die van de afdeling
stedebouw, landmeten en verkeer van onze eigen dienst gemeentewerken die
in een notitie van januari 1986 uitdrukkelijk het volgende hebben gezegd:
"Snelheidsremmende voorzieningen hebben in het algemeen alleen effect ter
plaatse van de voorzieningen. Dat betekent dat op de Wieksloterweg meerdere
voorzieningen zullen moeten worden aangebracht om tot een daadwerkelijke
snelheidsverlaging te komen. Van voorzieningen als versmallingen en verkeers-
sluizen kan op de Wieksloterweg weinig worden verwacht. Te lage intensiteit,
te smal profiel en te geringe snelheid." -ik kort dat dan maar even in-
Men vindt dat een onderbreking verkregen zal moeten worden door drempels
en plateaus. Dat zijn de enige zaken die daar werkelijk effect sorteren.
Daartoe is dit voorstel dus te enen male onvoldoende. Het is eigenlijk
jammer dat we dit pas hebben ontdekt nadat we wat verder waren in de procedure.
Het stuk heeft nimmer ter inzage gelegen, we hebben het moeten opgraven.
We zullen toch graag van de wethouder vernemen wat hem heeft bewogen om
af te wijken van dit advies van deskundigen.
VOORZITTER: Ik constateer dat de heer Beijen nu ook aanwezig is.
Heer MEILOF: Voorzitter, ook mij stelt het teleur dat pas nadat de commissie
vergaderingen afgelopen waren, bepaalde informatie op tafel kwam. Informatie,
waar wij tijdens een commissievergadering naar gevraagd hebben en die toen
in verkeerde, foutieve vorm ter tafel is gekomen. De eerdere adviezen binnen
gemeentewerken die bekend waren over het minimale effect of het eigenlijk
geen effect hebben van versmallingen is dusdanig verwarrend overgekomen
door de informatie die wij tijdens de vergadering kregen, dat ik in deze
vorm hier ook niet voor kan zijn.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik betreur het dat er mensen zijn
die vanavond nog droevig zijn, want het is juist een raadsvergadering waarin
we dachten dat iedereen uiteindelijk blij zou moeten zijn. De droefheid
gaat dan over de Wieksloot en niet zozeer het aanpakken daarvan, maar meer
de methode van verkeersremming. Wij hebben gekozen voor een aantal haakse
verbindingen. Dat zijn heel duidelijke verkeersremmingen, dat zijn alterna
tieven voor, enz. Inderdaad, ik weet dat u een stuk informatie heeft dat
erop zou duiden dat drempels zouden mogen. Het is zo, dat deskundigen zich