25 juni 1987 - 19 - de raad en als u zegt, mijnheer Meilof, daartegen te zijn, dan bent u tegen, dat mag u rustig doen. Het is een volstrekt open zaak. Voor wat betreft de follow-up heeft de heer Pothuizen gevraagd of er nu een bestemmingsplan komt, op welke wijze dat gaat. Ik denk dat we dat in goed overleg met de collega en de mensen van ruimtelijke ordening straks zullen uitwerken. U kiest nu voor de lokatie en in de tweede fase komt onder andere de architectenkeuze, de keuze van de kunstenaar, er komen allerlei uitwerkingszaken aan de orde. In goede samenwerking met mijn collega Plomp zal ik dat in het college zeker aan de orde stellen. Misschien dat de heer Plomp daar op dit moment nog wat aan wil toevoegen. Wethouder PLOMP: Ik dacht het niet, ik wacht rustig af. VOORZITTERMogen we de discussie afronden? Heer POTHUIZEN: Ik ben daar niet zo tevreden over, voorzitter. Ik denk dat op een vraag toch wel gezegd kan worden of er een bestemmingsplan komt met daarin een financieel overzicht van datgene wat erin betrokken wordt, of dat het bestemmingsplan er niet komt. VOORZITTERVoor de duidelijkheid om het nu maar kort te sluiten op dit moment: er is een structuurschets gemaakt indertijd en die structuurschets is toen ook schetsmatig doorgerekend op zijn financiële haalbaarheid als uiteindelijk bestemmingsplan. Uiteraard zal nu de hele zaak opnieuw moeten worden doorgerekend, natuurlijk moet je dat doen. Je moet toch proberen uiteindelijk daar niet alleen -zoals mevrouw Blommers terecht heeft opgemerkt- niet alleen een gemeentehuis neer te zetten, maar je moet daar in zijn totaliteit de bestemming van het terrein goed regelen. Daar hoort natuurlijk een exploitatie-opzet bij. Heer POTHUIZEN: Wanneer kunnen we die tegemoet zien? Wethouder PLOMP: Voorzitter, er staat in het besluit dat is toegevoegd aan dit agendapunt: 3. Burgemeester en wethouders op te dragen al datgene te doen wat noodzakelijk is voor een zorgvuldige en vlotte uitvoering van dit besluit. Dat betekent, mijnheer de voorzitter, dat als de heer Pothuizen hier de vraag voorlegt en de opmerking maakt dat er zo snel mogelijk in het kader van het bestemmingsplan materiaal op tafel moet komen, ik gaarne bereid ben om in goed overleg met mijn collega dat materiaal zo spoedig mogelijk op tafel te leggen. Mocht dat materiaal in de eerstkomende commissie vergadering r.o. -laat ik dan zeer duidelijk zijn- voorhanden zijn, dan zal ik dat daar op tafel leggen. Mocht dat niet zo zijn, dan kunt u mij vragen hoe ver het ermee is. Maar ik zal het in ieder geval meenemen en pogen in de eerstkomende vergadering, in augustus, van de commissie r.o. daar nadere informatie over te verstrekken. Dan kunt u meteen zien in hoeverre wij bezig zijn met de zorgvuldige en vlotte uitvoering en hoe we bezig -en zijn in collegiaal verband met de zaak op de rails te zetten. Wethouder MENNE: Voorzitter, ik wilde nog even een punt in tweede instantie vragen aan u. Ik heb van enkele frakties vernomen wie van de betreffende fraktie in de begeleidingscommissie zal komen. Ik weet het nog niet van alle frakties. Ik zou u willen vragen om na afloop van de raad even bijeen te willen komen om een datum te bepalen wanneer wij voor de eerste maal bijeen zullen komen. VOORZITTERMag ik de discussie afronden? De portefeuillehouder Menne heeft mij uitgedaagd om toch nog iets daarover te zeggen, zonder dat ik meestem. U weet, ik heb het wettelijk recht daartoe, dus ik kan het altijd doen. 9

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 138