25 juni 1987
- 29 -
dat op dit moment er een stichting is en dat die ook statuten heeft. Het is
zo dat ook in de brief die aan de raad is gericht, is aangegeven dat het
op dit moment zo is dat het personeel in dienst is van de stichting, dat
in de nieuwe gedachtenstructuur dat onderdeel uit zou maken van sector
II en ik denk dat wij zouden mogen zeggen dat zolang er nog geen andere
bestuursstructuur is voor de Sportstichting het personeel in dienst is
van die stichting, dat er anderzijds een situatie is dat we met een herover
weging te maken hebben en dat -net zoals dat in het verleden gebeurd is-
het personeel van de stichtingen ook mee moeten doen aan de gedachtenvorming
rond de structuur zoals die hier gedacht is. Ik denk dat je dan op een
normale wijze bezig bent om enerzijds tegemoet te komen aan de situatie
zoals die is en anderzijds gaat meedenken naar een situatie zoals die dus
door de meerderheid gewenst wordt. Dat is een situatie die misschien niet
helemaal, maar toch gedeeltelijk vergelijkbaar is met de opmerkingen die
straks zijn gemaakt, namelijk dat natuurlijk dit een heel gebeuren is,
een hele ontwikkeling is en dat daarbij natuurlijk toch bepaalde fasen
moeten worden soorlopen. Dan is het zo dat de heer Pothuizen zegt dat voor
de visualisering van de sector I, om duidelijk te maken naar buiten dat
in de sector I het milieugebeuren duidelijk aandacht zou moeten blijven
hebben,dat ook in de betiteling van de sector tot uitdrukking zou moeten
komen. Ik denk dat dat een zaak is van verdere uitwerking. U heeft die
suggestie al eerder meegegeven en in de verdere uitwerking zullen wij uiter
aard met die opmerkingen rekening houden, zeker in het jaar van het milieu
waar we nu middenin zitten. U maakte ook een opmerking met betrekking tot
deeltijdarbeid. Voor wat betreft die aspecten van de zaak zal het u niet
zijn ontgaan dat de commissie reorganisatie werd bijgewoond door twee
portefeuillehouders. Ik denk dat het goed is dat ook de portefeuillehouder
personeelszaken bij deze hele zaak wordt betrokken. Wij zullen dat dan
ook in het college aan de orde stellen, hoe wij met die materie moeten
omgaan. U wijst ook op de kwaliteit van het werk. Ik heb daar al wat van
gezegd, namelijk toen ik het had over mandatering en delegatie en controle.
Uiteraard is het zo dat als het goed is, er steeds op de niveaus die daarvoor
in aanmerking komen -dat is dus zeker het bestuurlijk niveau- voortdurend
controle moet zijn of je op de juiste wijze bezig bent. Ik denk ook dat
met name op managementniveau men deze zaken bijzonder scherp in de gaten
moet houden. De voorstellen wijzen daar ook op als het gaat over vergaande
delegatie en controle. Dat is vanzelfsprekend in een moderne organisatie
en wij hopen dat hetzij te zijn, maar we hopen het misschien nog meer te
worden. Dat daarbij natuurlijk de kwaliteit van de medewerkers een rol
speelt, is duidelijk. Het is bekend dat er vele medewerkers zijn die hun
tijd -ook hun vrije tijd- besteden aan scholing aan het zichzelf voorbereiden
voor diploma's, regelmatig krijgen we daar berichten over intern, als er
weer iemand voor een diploma is geslaagd, of net niet, dat kan ook voorkomen.
Hoe dan ook, wat betreft die kwaliteit hebben we ook een post op de begroting
en het is natuurlijk van het grootste belang dat men ook zichzelf verder
schoolt. En dan maar hopen dat bij de toepassing van de kennis natuurlijk
ook de hele gemeenschap daarvan profiteert, niet alleen de gemeenschap,
maar ook de afdeling waar betrokkene werkt. De heer Meilof maakte wat dat
betreft ook een opmerking, dat alles afhangt van de onderlinge werkwijze.
Ik denk dat dat hierbij ook beantwoord is. De heer Krijger kan ik beantwoorden
voor wat betreft Groen en Recreatie dat we die zaak zullen volgen en dat
we bij u terugkomen als dat verstandig is. Uw vragen met betrekking tot
het moment waarop medewerkers in wiens dienst zijn, hoe dat precies zit.
Het is zo dat wij natuurlijk een bepaalde datum hebben: 1 januari 1988.
Tot die datum zijn er allerlei activiteiten met betrekking tot het herover
wegingsproces en in die periode wordt er natuurlijk gesproken -maar dat
zal in het volgende stuk aan de orde komen- hoe wij dat met het personeel
van de stichting doen. Op dit moment is het personeel in dienst van de