25 juni 1987 - 32 - Heer POTHUIZEN; Mijnheer de voorzitter, ik moet helaas iets minder tevreden zijn dan de vorige sprekers over de antwoorden van de heer Plomp. Hij heeft ongetwijfeld goed willen antwoorden, maar misschien niet helemaal begrepen wat ik wilde. Met betrekking tot het milieu ging het mij niet zozeer om de vraag of die sector nu een andere naam moest hebben. Ik heb erop gewezen dat binnen de sector enerzijds de beleidsmakers zitten en anderzijds degenen die controleren of het allemaal wel gebeurt zoals het moet. Ik heb gezegd dat dat kan betekenen dat degenen die controleren misschien niet meer zo vrij rapporteren. Wat ik wil horen is de garantie van de kant van de porte feuillehouder dat in die organisatie de onafhankelijke rapportage van de controle wordt gewaarborgd. Als hij die garantie kan geven, zal het hem ook nauwelijks moeite kosten om de naam te wijzigen. Dan heb ik met betrekking tot mijn vraag over de organisatie van de arbeid gehoord dat de eventuele mogelijkheden van deeltijdarbeid meegenomen worden. Dat was niet zozeer de strekking van mijn vraag. Ik heb gezegd: nu we toch de organisatie nieuw gestalte gaan geven en we in Nederland zitten met een werkgelegenheidssituatie waar we op hoog niveau -eigenlijk alle overheidsniveaus- proberen er iets aan te doen, is het hét moment voor de gemeente als werkgever om er ook iets aan te doen. Dan zou je dus je organisatie ruimte moeten bieden voor deeltijdarbeid, voor eventuele verdere arbeidstijdverkorting. Maar misschien kan de heer Van Logtenstein, die tot nu toe zo weinig gezegd heeft, daar wat nader op ingaan. Ik zou graag willen horen of dat als uitgangspunt genomen kan worden bij de verdere uitbouw van de organisatie. Tot slot denk ik begrepen te hebben van de heer Plomp dat hij inderdaad heeft toege zegd dat hij periodiek door middel van zelfcontroles de kwaliteit voortdurend blijft controleren, met name van de leiding van de ambtelijke organisatie. Heer VISSER: Ik wil nog één vraag overnemen van de heer Verheus, waar volgens mij geen antwoord op is gegeven. Die commissie, blijft die voorlopig bestaan? Wethouder PLOMP Om met het laatste te beginnen, mijnheer de voorzitter, ik heb dat met ambtelijke adviseurs besproken, dat komt nog in het college. Wij dachten dat het goed was om de commissie zoals die nu bestaat toch voorlopig te laten doorgaan. Dat zal nog in het college komen en ik dacht dat het ook al in de commissie was gesuggereerd. Ik denk dat het beter is dat de commissie nog even doorgaat, maar het college zal daar uiteraard een beslissing over moeten nemen. Dan is het zo dat wij natuurlijk met betrekking tot de onafhankelijke rapportage van milieuzaken die zaken die onafhankelijke gerapporteerd kunnen worden naar buiten, helemaal te maken heeft met het delegatiegebeuren. Als de mensen van Milieu van mening zijn dat zij binnen de gedelegeerde bevoegdheden onafhankelijke zaken kunnen behandelen, dan moet dat zoveel mogelijk gebeuren. Ik denk dat dat volstrekt duidelijk is en ik hoop daarbij dat ik u nu goed heb geantwoord. Voor wat betreft de controle heeft u inderdaad goed begrepen dat er op vele niveaus controle moet plaatsvinden voor wat betreft de kwaliteit en die controle begint bij de persoon zelf. Dat gaat dan zo door het hele systeem heen. Uiteraard zijn dat zaken die moeten gebeuren, die uiteraard ook al gebeuren, maar die mogelijk nog verbetering met zich mee kunnen brengen. Voor wat betreft de opmerking van de heer Van Gelder kan ik niet duidelijker zijn. Bij alles wat je schrijft of zegt -en dat is natuurlijk hier het geval als je het hebt over de reorganisatie- moet ik uitgaan van de beginselen van behoorlijk bestuur. Dat is voor mij relevant. Niet relevant is voor mij wat men mogelijk zou willen horen, uitgaande van een bepaalde gedachte, die bovendien bij mensen die wij zorgvuldig zouden behandelen toch enige gevoelens van onrust brengt. Wij hebben te maken met behoorlijk bestuur en we moeten dan ook de zinnen die wij in de stukken aanbrengen ook in dat kader lezen. Als er dus wordt gezegd in dat voorstel dat de overgang van de huidige bestuurs structuur naar onze mening geen formele belemmeringen opwerpt, dan moeten

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 151