25 juni 1987
- 36 -
als één van de bouwstenen van. Daar lag aan ten grondslag het feit dat
met name het CDA en de VVD destijds vonden dat er niet voldoende onderzoek
gedaan was naar de vraag in de koopsector. We hebben toen besloten om die
nota als één van de bouwstenen te beschouwen en nu ligt dan een verder
woonwensenonderzoek in de koopsector en een woonwensenonderzoek onder ouderen
op tafel. Nu die onderzoeken er zijn, zijn wij ervan overtuigd dat we destijds
een goede beslissing genomen hebben, omdat de verwachting die onze fraktie
in november j.1. had -dat ook in de koopsector de vraag groter zou zijn
dan toen bekend was- bewaarheid blijkt geworden te zijn. Dat, terwijl nog
steeds niet de hele markt voor de koopwoningen onderzocht is. Voor ons
staat dan ook vast dat daar een niet te verwaarlozen ongeregistreerde vraag
aanwezig is. Zonder voorbehoud kunnen wij dan ook akkoord gaan met uw voorstel
om voor de komende jaren te komen tot een verdeling van 40% nieuwbouw huur
woningen en 60% nieuwbouw koopwoningen, waarbij dan de helft in de gesubsi
dieerde sector. Dat u aangeeft dat het programma hierbij slechts voor het
eerste jaar maatgevend is, is voor ons vanzelfsprekend. Niet voor niets
stonden we er in november j.1. op dat de nota slechts als een bouwsteen
beschouwd moest worden. Onze kennis van de behoefte van diverse groeperingen
wordt steeds groter en daarom hechten wij aan die mate van flexibiliteit.
Overleg met alle bij de huisvestingsproblematiek betrokken groeperingen,
zoals het college dat ook voorstelt, is in onze ogen dan ook van het grootste
belang. Gezien de prognoses voor de samenstelling van onze bevolking, zal
met name de Stichting Welzijn Ouderen Soest en de commissie ouderenbeleid
daarin een belangrijke gesprekspartner moeten worden. Ook ouderen moeten
een huisvesting kunnen vinden die aansluit op hun behoeftes en na het woon
wensenonderzoek onder ouderen kennen we die behoeftes. De voorstellen die
u nu reeds doet ten aanzien van de huisvesting van deze groep kunnen we
ook volledig ondersteunen.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, we hebben net gehoord dat we de
band terug kunnen draaien, maar mijn deel van de band zal denk ik nu heel
kort kunnen zijn. Het is zo dat door mevrouw Greefhorst met name is gezegd
dat wat hier geproduceerd is in aansluiting geschiedt voor wat betreft
het beleidsprogramma. Ik denk dat dat een juiste constatering is. Voor
wat betreft haar vraag om het cijfermateriaal dat in deze nota voorkomt
en dat natuurlijk ook voortdurend verschijnt in de commissie r.o. aan
de orde te stellen, daarvan kan ik alleen maar zeggen dat het een goed
gebruik is om ieder jaar te kijken hoe het met de volkshuisvestingscijfers
is. Als daar tussendoor momenten zich voordoen, dan komen die natuurlijk
ook nog in aanmerking voor behandeling in de commissie r.o. Als ik dan
een paar woorden zeg over de verdeling 40/60 die toch door een meerderheid
wordt geaccepteerd, is het duidelijk dat er steeds grotere belangstelling
is voor koopwoningen in Soest. Dat merk je als je de lijst daarvan ziet.
Je moet dus op die vraag inspelen. We hebben contacten met makelaars onder
houden en hun ook nog eens gevraagd om wat dat betreft ook te onderbouwen
dat er een grote vraag naar koopwoningen is. Zij zullen dat ook doen en
zijn het ook eens met deze verdeling. Verder is het zo dat wel de afspraak
er natuurlijk is om bij dat hele gebeuren natuurlijk wel de bestaande voorraad
steeds mee te nemen. Je moet natuurlijk wel oppassen dat je zo evenwichtig
mogelijk bezig bent. Wij denken met de verdeling 40/60 evenwichtig bezig
te zijn en we zullen ieder jaar dat evenwicht kunnen evalueren.
Mevrouw STEKELENBURG; Voorzitter, ik heb een concrete vraag gesteld, daar
waar ik citeerde uit het besluit. Daar heb ik nog geen antwoord op gekregen
van de wethouder en ik zou dat toch graag van hem willen horen. Naar aan
leiding daarvan moet ik toch zeggen dat wij het antwoord van de wethouder
niet kunnen volgen en wij blijven dus tegen dit besluit.