25 juni 1987 - 41 - afweging van voor- en nadelen uit trekt u conclusies. Wij achten dat onzorg vuldig en dat bedoelen wij met toewerken naar een gewenste uitkomst. Onder andere kan men, zeker door de subsidievoorwaarden, een groot aantal zaken onder controle van de gemeente brengen of houden. Dat is een voordeel dat de betrokkenheid van bestuurders intact laat. Goedkeuring van de begroting, akkoord gaan met statuten, etc. bevordert ook de invloed van de gemeente, zonder de autonomie, het medebesturen van zaken in onze gemeente door anderen, aan te tasten. In uw voorstel wordt verwezen naar gevoerde correspondentie en al dan niet ontvangen reacties. Op dat niveau van welles-nietes, het ligt ter inzage wat de ander heeft gezegd, ga ik niet in. Ik vind dat geen niveau voor deze raad. Wel wil ik opmerken dat alle ontvangen reacties aangeven dat men juist wél die relatie met de gemeente wil handhaven, daar waar het college zich wil terugtrekken op zeer onduidelijke gronden. Immers, vanavond nog werd of wordt recht gedaan aan een verzoek inzake de commissie minderheden. Het is ook goed dat wij dat doen, want Soester raadsleden of burgers zijn niet minder bekwaam dan die in de rest van ons land. En daar is het volstrekt gebruikelijk, zelfs wenselijk en ook acceptabel dat raadsleden op meerdere terreinen actief zijn en de band met de gemeente als lokale overheid markeren. Mijnheer de voorzitter, je kunt de stemmen tellen en concluderen dat we er zijn, dat we stemmen genoeg hebben. Wij bepleiten -dat is de macht van een kleine partij- een wijziging van uw voorstel, om dan ook wel degelijk recht te doen aan het stemmen horen en dan pas besluiten te nemen. Daarbij geef ik ook aan welke elementen in uw voorstel voor ons acceptabel zijn. Wij stellen u voor het voorstel te wijzigen, ik zal de zeven punten kort noemen en dan in het bijzonder ingaan op punt 6 van uw voorstel. 1. De voorgestelde afspraken, informatiepicht, zijn er nog niet. Wederom wordt de intentie uitgesproken dat ze moeten komen. Uiteraard zijn we het daarmee eens. 2. Daar zijn wij tegen, omdat dat gebaseerd is op onvoldoende overleg en op niet-actueel overleg. We stellen u voor dit deel terug te trekken en eerst met de betrokken instellingen te gaan overleggen. Daarbij willen we ons houden aan het beleidsprogramma over open overleg en zo. 3. Terugtrekken van buitenstaanders, door de raad benoemd. Dat vinden wij ongenuanceerd. Er zijn vaak belangen in het geding van de gemeente en haar inwoners, die een nauwe binding rechtvaardigen. Denkt u daarbij ook aan de opvolger van de openbare Mavo, de fusie? Daar zijn door de raad bestuursleden benoemd en zo hoort het ook. 4. Wij stellen u voor dit deel, met betrekking tot wat wij gaan regelen voor de nieuwe raad die pas over drie jaar gekozen zal worden, terug te trekken. Laat dat regelen van de werkwijze maar aan de nieuwe raad over. 5. Als u hieraan toevoegt dat u ook een cumulatie van functies als ambtelijk secretaris daarmee wilt voorkomen, dan kan het onze instemming krijgen. 6. Dit voorstel hoort thuis bij de reorganisatie. Daar is al over gesproken, maar het kwam daar niet voldoende aan de orde. Dat ligt aan de indeling van de raadsvoorstellen. Wij zijn tegen dit deel van uw voorstel. Maar met een kleine aanpassing lijkt het ons, afgezien van de plaats waar een en ander wordt voorsteld, te aanvaarden. Wij stellen ons voor dat u het voorstel als volgt laat luiden, waarbij wij uw brief van 24 juni zeer nauwgezet hebben gelezen, evenals ook de motie van de deelnemers vergadering van de Sportstichting, want met het lezen van uw brief begrijpen wij uw bedoelingen en toetsen dat aan de teksten die er liggen. Het is een voorstel van u waarvan wij hopen dat u een grote meerder heid in de raad kunt krijgen, het liefst een eensgezindheid. Wij stellen voor: Burgemeester en wethouders op te dragen, in het kader van de nadere uitwerking van de gemeentelijke herstructurering vóór 1 januari 1988 een voorstel voor te bereiden voor de toekomstige structuur van het overleg en het beheer van de sport.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 160