25 juni 1987
47 -
Heer MEILOF: Voorzitter, voordat u als college het woord neemt, wil ik
graag ook nog even iets zeggen. Ik heb twee amendementen op dit voorstel
en die komen overeen met datgene wat ik al eerder heb gezegd. Ik zal het
nog even heel kort toelichten. Het eerste amendement gaat over het feit
dat het een duidelijke zaak is dat de meerderheid van de raad het op prijs
stelt dat er niet één uitgever voor de kabelkrant komt, maar dat er twee
uitgevers voor de kabelkrant zijn. Het feit daarbij dat we weten dat een
monopoliepositie voor één instelling een gevaarlijke zaak kan zijn. We
hebben de laatste weken ook ontdekt dat kwaliteitbewaking op dit gebied
heel erg belangrijk is. Om die reden doe ik dus een voorstel, een amendement.
Ik neem aan dat u dat straks voorleest. De Amersfoortse Courant, drukkerij
Onnes, heeft zelf ook benoemd dat zij zelf in contact zou willen treden
met de Soester Courant. Mijn voorstel is dan ook dat de Amersfoortse Courant
de zaak toegewezen krijgt en de opdracht meekrijgt om een compagnon te
vinden waarmee ze in zee gaat. Voorzitter, een tweede amendement wil ik
toelichten. Dat gaat over een wat meer principiële zaak, namelijk de zaak
van de reclame. Er is en passant in de papieren genoemd dat we de reclame
zullen binden aan regels van STER, alleen het is op dusdanige wijze geformu
leerd dat het een volledig open zaak is. We weten dus niet of dit zal gebeuren
of niet zal gebeuren. Ik zou graag in dit amendement uitgesproken willen
hebben dat het college zich bindt aan datgene wat u voorgesteld heeft,
dat dus de regels voor de STER-reclame zullen gelden, ook voor de kabelkrant.
Een tweede aspect van deze zaak is, dat we de regels voor de STER-reclame
enigszins zullen moeten uitbreiden met het geen reclame maken voor alcoholische
dranken -wat helemaal klopt met het huidige beleid in Soest-. Een derde
zaak die ik u wil voorstellen is, dat de verversing van berichten die we
uiteindelijk in onze overeenkomst met de desbetreffende uitgever zullen
vastleggen, zó fomuleren zoals ze zelf beloven: twee maal per dag verversen.
Ik zou u willen vragen een uitzondering te vragen voor de zondag, zodat
wij niet de opdrachtgever zullen zijn, als gemeente, voor het verversen
van de berichten op de zondag, waardoor wij uiteindelijk indirect opdracht
gever zijn voor mensen die op zondag moeten gaan werken. Een van de wezen
lijke aspecten hiervan vind ik dat het kan betekenen dat door een opdracht
van de gemeente Soest uiteindelijk bepaalde christelijke mensen niet eens
meer bij een uitgeverij als Onnes kunnen solliciteren of hun werkzaamheden
niet meer zouden kunnen doen omdat ze verplicht zijn deze dag te werken.
VOORZITTER: Voor de orde van de vergadering wijs ik er wel op dat er nu
een motie van mevrouw Tomassen ligt. Die is natuurlijk verreweg het verst-
gaand, want die zegt: niet die maar die ander. Ik denk dat het goed is
dat die het eerste in stemming komt. Als die aanvaard is, dan vraag ik
mij af of het amendement van de heer Meilof nog geldt. Amendement II misschien
wel, maar dat zou dan nog daarna besloten kunnen worden.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, die amendementen hebben natuurlijk
toch wel hun waarde en ik denk dat het goed is om er even naar te kijken.
Amendement I gaat in wezen in op de vraag of je een kabelkrant in tweeën
kunt splitsen. Zou je daar twee gegadigden op kunnen zetten in die zin,
dat ze bij toerbeurt of per jaar werken om dan in ieder geval die monopolie
positie die dan dreigt te ontstaan te vermijden. Ik zou de raad niet willen
adviseren om dat amendement over te nemen. Als ik kijk naar het besluit
deel B, dat gaat ervan uit dat wij mensen min of meer moeten dwingen tot
samenwerking. Dat kan ik niet, dat moet spontaan kunnen, dat kunnen wij
niet dwingen. Ik zou dat amendement dan ook willen ontraden. Het tweede
amendement heeft een wat andere strekking, dat gaat namelijk niet zozeer
over wie wat doet, maar over hoe we het gaan doen. Dat stond wel ter dis
cussie en staat nog steeds ter discussie, want dat komt natuurlijk in de
uitwerking. Wat dat betreft zou ik het niet willen aannemen omdat het