15 oktober 1987 - 5 - anderen duurder maken. Dat vinden wij een beetje eigenaardig en we zouden daar graag wat van horen. Heer POTHUIZENMijnheer de voorzitter, onze fraktie is nogal teleurgesteld over de commissievoorbereidingen die ten behoeve van dit agendapunt zijn gevoerd. We hebben het stellige gevoel eraan overgehouden dat onze vraag stellingen op een zo laat tijdstip pas serieus genomen zijn, dat de adequate antwoorden er nu nog niet zijn. We vinden die vraag nog steeds belangrijk en zinvol en dat betekent dat de toon van de reactie nu toch wat anders is geworden dan die misschien had kunnen zijn. Het is overigens helemaal niet zo vreemd om op het punt van de CAI in Soest een beetje sceptisch te zijn, want wie Soest kent en de geschiedenis kent, weet dat de CAI- geschiedenis niet het mooiste deel ervan is. Het is zo, dat wij hebben gemerkt dat het rapport dat nu de basis vormt voor dit raadsvoorstel besteld is bij de adviseur wiens adviezen ons de gebrekkige CAI van nu hebben opge leverd. Dat vonden wij alvast een bezwaar waarmee wij maar met moeite uit de voeten kunnen. Bezwaar twee is, dat het college eigenlijk maar één optie heeft laten uitwerken. Die optie ligt dan nu aan ons voor. We hebben al twee maanden terug gevraagd, met het oog op de toekomstige banden die wij gaan krijgen met het gasbedrijf en CAI-bedrijf van Amersfoort, om een tweede optie uit te werken. Het leek waarachtig wel alsof we over een taboe spraken. Eerst was de vraag ongepast en naderhand werd er niet op gereageerd, vervol gens werden er allemaal dammen opgeworpen: het zou juridisch niet kunnen, het zou technisch niet kunnen, het zou financieel onaantrekkelijk zijn. De tijd ging door en na aandringen, met name van onze kant, moest worden erkend dat het juridisch wel kan, wat dat betreft biedt het voorstel dat er ligt nog steeds enigermate een suggestief en onjuist beeld. Nu wordt er nog geschermd met vermeend kwaliteitsverlies en als het gaat om de financiën dan blijkt uit de laatste B&W-brief dat dat argument er eigenlijk niet is. Overigens zetten we daar dan nog weer wat vraagtekens bij. Wij vinden dus -als ik dat tussentijds even mag concluderen- dat het voorstel onvoldoende is voorbereid en dat er wat dat betreft nadere commissiebehandeling nodig is. Die zou dan moeten gaan over een aantal vragen. Die vragen zouden door onafhankelijke deskundigen moeten worden beantwoord. De vragen zijn: - waarom zouden ze in Barneveld en Nijkerk wel een goede ontvangst van Nederland 1 en 2, Duitsland 12 en 3 hebben en waarom zouden wij die dan uit Amersfoort niet kunnen krijgen? - waarom zou er per definitie een koppelnetaansluiting nodig zijn? Zijn er geen andere mogelijkheden tot signaaloverbrenging van Amersfoort naar Soest, bijvoorbeeld een straalzender, en is dat niet goedkoper? - als Soest wordt aangesloten als ware het een wijk van Amersfoort, moeten we dan niet toch ook rekenen met een besparing op de zogenaamde algemene kosten van ons CAI-bedrijf? - als wij gaan investeren in versterkers, wat moet, moet die investering dan niet maximaal afgestemd zijn op de versterkers zoals die ook in het Amersfoortse net worden gebruikt, zodat we niet verschillen die nu dan wel misschien bestaan in de CAI-netten, continueren, maar gewoon zorgen dat we naar elkaar toegroeien? We hebben een beetje het gevoel dat er tot nu toe teveel doelredeneringen een rol gespeeld hebben en doel van die redeneringen was het handhaven van onze autonomie. Wij vinden dat de portefeuillehouder verplicht is om objectieve informatie ten behoeve van ons te laten produceren. En als die objectieve informatie niet binnen de gemeente te verkrijgen is, dan moet die buiten het apparaat gehaald worden. Maar die informatie moet er komen. Wij stellen voor dat we vanavond de discussie niet met besluitvorming af ronden. Heer MEILOF: Voorzitter, ik heb weer een ander type probleem met dit voorstel.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 202