15 oktober 1987
- 19 -
verhoging, maar het nog niet eens bij kunnen houden van de kostenvermeer-
dering. Dat betekent dat dus nog steeds de situatie in Soest bestaat dat
iemand met een groot huis door zijn o.g.b. moet betalen voor het afval
ophalen voor heel veel andere mensen die minder o.g.b. betalen, en andere
verschuivingen -via het gas komt er misschien wel iets bij de reiniging
terecht-. Alle kromme situaties gaan op deze wijze door en dat achten wij
erg jammer en vooral onzuiver naar de burger, die niet weet waarvoor hij
betaalt.
Wethouder MENNE: Voorzitter, het is de tweede keer dat wij spreken over
tarieven. Een tariefsverhoging is niet sympathiek, dat begrijp ik. Dat
hebt u daarstraks ook al getoond en dat toont u nu weer. Het is echter
wel zo, daar mag ik u aan herinneren, dat wij bij de meerjarenbegrotings
behandeling een jaar geleden 2% hebben afgesproken en, daar zeg ik eerlijk
bij, dat wij toen tevens hebben afgesproken ernaar te streven gelijktijdig
én de tarieven én de uitgaven én andere inkomsten te behandelen. Dat is
niet gelukt.
Heer VAN GELDER: Wij? De meerderheid van de raad! Mijn fraktie is daartegen
geweest, dat weet u denk ik ook.
Wethouder MENNE: Het was in ieder geval het voornemen van het college om
dat te doen, na overleg met de raad, een meerderheid van de raad. Het is
in ieder geval wel zo, dat u ook nu zegt -dat is een tussenvoorstel- gaat
u met dit voorstel door, technisch, dan houden wij ons het recht voor bij
de begrotingsbehandeling alsnog terug te komen op een eventuele verhoging
van 2% en daar in het totale beeld van inkomsten en uitgaven nog verandering
in te brengen. Dat is een mogelijkheid, dat geeft echter wel weer dat ik
u moet voorhouden dat, indien de reserves en andere bronnen nalaten naar
de mening van de raad voldoende inkomsten te geven, dan inderdaad óf de
tarieven toch omhoog moeten, óf de uitgaven moeten dalen. Wat dat betreft
mag ik u ook herinneren aan onze tarievennota. Dat is dan wel een nota
die in de vorige raad speelde, maar u weet -dan kom ik even in de lijn
van wat de heer Meilof gezegd heeft- dat wij streven naar verhoging van
dekking daar waar de betaling gericht is voor bepaalde diensten en dus
duidelijk als zodanig ervaren wordt. Voorts zouden we overeenkomstig de
geldontwaarding met betrekking tot de belastingen wijzigen. Die geldontwaar
ding is zeer gering, die zal de 2% nauwelijks overstijgen. De mening van
het college is dan ook dat het algemeen afgesprokene, namelijk 2% bij de
meerjarenbegroting, voorshands moet worden voorgesteld. Nogmaals, dan beloven
wij u dat we in de eerstkomende behandeling, dus volgend jaar, de hele
zaak gelijktijdig zullen doen. Dat wil zeggen dat dan dus alles een maand
-wat de begrotingsbehandeling betreft de totaliteit van uitgaven en inkomsten
in de begroting- zal worden vervroegd volgend jaar, zodat wij gelijktijdig
ook deze tarieven bij de hogere overheden kunnen presenteren.
VOORZITTERIk wou wel dat laatste in zoverre nog inkleuren, dat dat betekent
dat de raad dan ook een maand eerder aan die begrotingsbehandeling moet
beginnen en dan wil ik ook wel afspreken dat we allemaal onze vakantie
daar dan ook op afstemmen. Dus als u dat wil, dan moeten we dat ook met
elkaar doen. Ik stel voor dat nog eens in a.b.z. te bespreken. Ik heb ook
altijd begrepen van ambtelijke zijde dat er een probleem is. Principieel
wil iedereen dolgraag natuurlijk uitgaven en inkomsten samen bekijken,
dat is logisch, maar er wordt aan de andere kant altijd gezegd dat de ambte
naren er ook de goede gegevens bij moeten hebben, bijvoorbeeld vanuit Den
Haag, denk aan de brief over het gemeentefonds en alles wat daarmee samen
hangt en die komt ook pas op een bepaald moment. In juli valt altijd de
vakantie, dus ik vind dat we die zaken wel eens even heel goed met elkaar