15 oktober 1987
- 32 -
te zeggen: als wij de voorkeur geven op een gegeven moment op een aantal
goede overwegingen aan een bureau, dat dat bureau de normale prijs krijgt
om dat uit te werken.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, het is wat jammer dat de terminologie waarin
de dingen worden gezegd hier, toch wat merkwaardig is. Ik kan mij voorstellen
dat de heer Krijger ons voorstel niet deelt om twee bureaus opdracht te
geven om een schetsontwerp te maken, maar het is geen koehandel, mijnheer
Krijger. Het is gewoon een faire manier van werken en de bureaus waar wij
mee gesproken hebben, hebben ook helemaal niet gezegd dat zij een dergelijke
procedure als zodanig afwijzen. Dat betekent natuurlijk niet dat de raad
daartoe zou moeten besluiten, maar het is op zich een werkwijze die kan
en die ook vaak wordt toegepast en die naar onze mening voor de gemeente
Soest een prima werkwijze zou zijn omdat we niet alleen ons bij de keuze
hoeven te baseren op wat we gezien hebben wat een bureau heeft gebouwd
voor anderen, maar dat we de keuze kunnen maken op grond van wat dat bureau
voor ons denkt te gaan maken. Daar hechten wij aan, dus dat betekent dat
wij voorstel 1 in die zin amenderen dat wij voorstellen aan de raad om
te besluiten het architectenbureau B en D uit Oosterbeek én Duêrmeijer
uit Soest uit te nodigen om een schetsontwerp temaken. Dan mag de zin gehand
haafd blijven; 'voor het nieuwe gemeentehuis aan de Dalweg'. Dat zou ik
graag in stemming gebracht willen zien. Met betrekking tot het marktplein,
ja, mijnheer Visser, het is jammer dat u het nog steeds niet begrijpt,
maar er wordt nu een voorlopig programma van eisen vastgesteld en als wij
van mening zijn dat daar iets instaat waar wij een mening over hebben en
wij daar iets over willen vertellen, dan doen we dat. Daarvoor zitten wij
in de raad en het is niet alleen maar zo dat kunstenaars en kunstenmakers
daar een mening over kunnen hebben. Dan maak ik mij wat zorgen over de
opmerking van de wethouder die zegt dat de discussie over het bureau, over
de externe kostenbewaking, in overleg moeten gaan gebeuren met de partners.
Wij denken dat juist een dergelijke uitspraak het zo noodzaakt dat de raad
nu een beslissing neemt over de vraag of we wel of niet met een extern
bureau voor de kostenbewaking in zee zullen gaan. Dat achten wij daarom
belangrijk omdat het een keuze is die de raad zal moeten maken of wij op
die manier willen werken. We hebben het gevraagd aan de betrokken archi
tectenbureaus, die hebben daar geen nee tegen gezegd, dus er is geen enkele
reden om daar niet toe over te gaan. Wij kunnen die beslissing zelf nemen,
we hoeven daarover niet in overleg met het betreffende bureau. Dat in de
uitwerking van de werkwijze natuurlijk nog overleg plaatsvindt dat spreekt
voor zich, maar een en ander betekent -en wij worden bevestigd in ons ge
voelen dat het noodzakelijk is- dat wij een punt 4 willen toevoegen aan
de besluiten: "Dat voor het projectmanagement en de kostenbewaking een
extern bureau wordt ingezet."
Heer MEILOF: Voorzitter, het enige waar ik nog iets over kwijt wil is
het marktterrein, op grond van uw vraag. Er zijn verschillende partijen
die daar een uitspraak over hebben gedaan. Ik kan mij scharen bij wat de
heer Visser heeft gezegd. Ik vind het jammer als op dit moment, vooruitlopend
op ideeën van een architect, er nu uitspraken gedaan worden omdat in de
voor-discussies een van de andere architecten heeft gezegd dat hij erg
van mooie pleinen houdt en dat een mooi plein vaak niet toelaat dat dat
een marktplein wordt. Ik vind het jammer als daarom nu al het accent zó
sterk komt te liggen op dat gegeven dat het misschien dan maar geen markt
plein moet worden. Ik denk dat het veel belangrijker is om op dat moment
een positieve formulering te kiezen, dat het accent er beter op moet liggen
dat dit plein een mooi plein is. Dat zit al in het stuk verwerkt. Dat er
een aantekening bijstaat over dat plein, eventueel als marktplein, dat
valt te combineren door iedere goede architect.
