18 november 1987 - 36 - u wat sneller wordt voorgelegd, opdat -en dan ga ik even op de woorden van mevrouw Meijer in- wij op basis van die evaluatie kunnen bezien of er nog meer geld bij zou moeten omdat er inderdaad grote knelpunten zijn. Dus ik wil voorstellen om die evaluatie in de commissie onderwijs te behandelen, vervolgens zonodig in de voorjaarsnota tot uitdrukking te laten komen. Voor wat betreft het terugdraaien: de heer Visser ziet dat wel juist. Wij krijgen kortingen opgelegd en vervolgens krijgen wij weer wat soelaas. We zijn natuurlijk geen rijksoverheid hier. We zijn wel heel erg belangrijk, maar we hebben wat dat betreft natuurlijk weinig zeggenschap. Het is zelfs zo dat circulaires soms heel lang op zich laten wachten, de aangekondigde circulaires. Soms zijn ze heel snel, zoals in dit geval. We hadden de indruk dat het wel enkele weken zou duren, echter, na vier, vijf dagen was de circulaire er al die aangekondigd was. U hebt daarin gelijk, maar toch moeten we daar steeds op kunnen inspelen, mijnheer Visser. Het is inderdaad zo dat mijn collega Kingma daar op inspeelt, maar dan blijkt dat van rijkswege toch weer anders te worden. De gemeente is dan autonoom om daar op haar beurt weer op in te spelen. Dat is het dynamische en ook wel het interessante van dit vak. Heer VISSER: Niet voor de organisaties die de schrik van hun leven krijgen. Wethoudeer MENNE: Nee. En dan is het onze taak om begrip over te brengen bij die organisaties. Heer VISSER: Ja, maar dat lukt u nu juist niet. Wethouder MENNE: Daar zijn we mee bezig. De moeilijkheden zijn er om te overwinnen. Ik zie dat wel zitten, dat begrip. Ik schat de mensen niet zo laag in, mijnheer Visser. Voor wat betreft het tuinonderhoud, daar heb ik al eerder van gezegd dat u daarin gelijk heeft, we moeten dat tuinonderhoud natuurlijk ook bekijken. We zijn bezig met een notitie, samen met gemeentewerken, om dat eens op een rijtje te zetten, om precies ook af te bakenen wat nu tot een bepaalde school hoort en wat daarbuiten zou kunnen vallen uit een oogpunt van school- functioneren. Daaruit zou dan kunnen worden geconcludeerd dat er ook minder op de kostenplaats school/onderwijs hoeft te drukken. Dat moeten we allemaal bekijken, wat daar dan de consequenties van zijn. In ieder geval zijn we daar mee bezig, daar komen we wel mee terug. Het streven is erop gericht om inderdaad de Londo-normen te halen, ook voor wat het tuinonderhoud betreft. Dat heeft dan niet te maken met ontslagen, daar heeft u gelijk in. De ondersteuning Turkse onderwijzers, dat is inderdaad een punt. U zegt dat we dat anders moeten opvatten. Ik begrijp dat het dus dat andere punt is, maar dat is een heel ander verhaal dat gaat over het maatschappelijk werk, de brugfunctie van niet-Nederlanders naar instanties die ze op maat schappelijk terrein kunnen helpen. Wij vinden dat de know-how daartoe voor alsnog toch wel bij het onderwijs zou moeten kunnen zitten. Wat dat betreft ben ik inderdaad nog niet zover dat ik ook dan weer iemand zou willen laten aanstellen die dus als maatschappelijk werker daar weer optreedt. Ik vind dat een niet-Nederlander gewoon ordelijk hoort te doen zoals we dat in Nederland gewend zijn, hij moet ook vragen, wij moeten hem ook dwingen dat hij zelf vraagt waar hij heen moet. Ik denk dat ze dan inderdaad een ruggesteuntje moeten hebben, dat komt voor, maar je moet daar ook niet te flauw in zijn. Je moet ze ook durven zeggen: zo is dat hier geregeld, daar is de instantie, wij doen dat zo. Ik ben daar misschien toch wel wat harder in, maar we hebben ook als college tot nog toe daartoe niet besloten dat we een persoon dus ten behoeve van het maatschappelijk werk van school en het daartegen aanleunende, zouden moeten aanstellen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 325