18 november 1987
- 90 -
Heer VERHEUS: Voorzitter, ik dacht dat het college daar positief op gereageerd
had.
VOORZITTERAan de ene kant hoor ik 'nee' en aan de andere kant 'ja'. De
vraag is nu wat het moet zijn.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik heb zojuist geantwoord naar de
PvdA toe dat ik het wil zien in relatie tot de 150.000,= in de brief.
Eén van de twee is van toepassing, je gaat óf die taakstellende bezuiniging
aanpassen en dan de ruimte laten voor nieuwe investeringen, óf je gaat
een extra krediet voteren om nieuwe investeringen te doen. Eén van die
twee is van toepassing en ik denk dat u ze wat mij betreft in volgorde
in stemming zou kunnen brengen. Als de brief van ons wordt afgewezen op
dat punt, dan zou ik daarna de motie in stemming willen zien.
Wethouder MENNE: Misschien kunnen we beter even schorsen, voorzitter.
VOORZITTERWe schorsen één minuut voor overleg.
VOORZITTERIk heropen de vergadering. Mijnheer Menne heeft het woord.
Wethouder MENNE: U moet het zo zien: wij hebben een voorstel gedaan, dat
is van structurele aard. Dat is zeer goed overwogen en heeft te maken met
het totale pakket. Daar kan natuurlijk wel iets aanvullend op komen, maar
wij vinden toch dat deze reservering geheel op zijn plaats is. Indien wij
het vermengen met mogelijkheden van gebruik, maar dan incidenteel, van
250.000,= dan wordt het onoverzichtelijker daarmee. Want wij weten de
uitslag daar ook niet van. Wij introduceren dan iets nieuws waarvan wij
niet weten wat daarvan de financiële consequenties zijn.
Heer B0ERK0EL: Maar als u geen geld ter beschikking stelt in reserve, kunt
u het niet gebruiken op het moment dat u het nodig heeft en de discussie
die kant op leidt. Als u toezegt dat u, als de discussie de kant op leidt
van de regionale compostverwerking, en het dan in incidenteel doet op de
helft van het komend jaar, dan heb ik daar geen problemen mee. Maar anders
komt u dat geld te kort.
Wethouder MENNE: Geld te kort, 150.000,= structureel is meer dan 250.000,=
incidenteel. Conclusie: houden bij het collegevoorstel, dus de brief op
dat punt. Wat de aanvullingen betreft, daar zullen we zo nog over spreken.
Heer BOERKOEL: Voorzitter, brengt u het maar in stemming.
VOORZITTER: Wij brengen nu het voorstel van de PvdA in stemming.
Het voorstel wordt met 6 stemmen voor en 20 stemmen tegen verworpen.
VOORZITTER: Dan het flankerend ouderenbeleid, dat komt in de voorjaarsnota
sfeer terug. Dat hebben we afgesproken en ik denk dat dat verder geen
probleem is.
Dan de voorstellen van het CDA. De motie van de heer Baks om 50.000,=
aan te wenden voor opleidingskosten en kosten van begeleiding van personeel
in opleiding. Dat is voldoende besproken.
De motie betreffende de ontwikkelingssamenwerking is ook overgenomen.
De motie van het CDA om 8.000,= te bestemmen voor het openluchttheater
is overgenomen.
De motie van de VVD over het personeelsakkoord is overgenomen.
De motie van VVD en D'66 over de intensieve taalcursus, die leerkrachtzaak
was al geregeld, èn 80.000,= werkgelegenheid.