18 november 1987 - 56 - het Landjuweel, dan heb ik geconstateerd dat de bevolking in overgrote meerderheid dat feest heeft ondersteund en meegevierd. Als ik zie hoe groot de aantallen waren van de bevolking die hebben deelgenomen aan de verschillende activiteiten -als dat een graadmeter moge zijn, dat is toch een mogelijkheid om dat te meten- dan denk ik dat het door een groot deel van de mensen positief is ervaren. Maar daar gaat het nu niet om, het gaat nu om deze zaak. Het gebaar van de PvdA-fraktie, ik vind daar heb je net zo respect voor te hebben. Als u vindt dat u dat op die manier moet doen, dan heb ik daar respect voor. Dat past in de stijl van deze brief. U kunt het natuurlijk rechtstreeks geven, wij kunnen daar ook voor zorgen, als het dan maar niet uitgelegd wordt in die zin dat het toch van ons komt. Vandaar dat ik u adviseer om dat geld rechtstreeks over te maken, niet om er negatief op te reageren, maar het is een zaak van u. Heer VERHEUS: Dat is volkomen juist, voorzitter. 1. Openbare orde en veiligheid. 2. Verkeer, vervoer en waterstaat. Heer VAN DEN BREEMER: Voorzitter, ik zou het college onder de aandacht willen brengen het waterhuishoudingsgebeuren in het Soesterveen. Daar zijn lange tijd plannen geweest om dat weer onder het waterschap te brengen. Dat ging nogal veel kosten omdat de hoofdwatergangen en dergelijke aangepast moesten worden. Uiteindelijk is toen gezegd: we gaan niet terug naar het waterschap. Inmiddels zijn er steeds meer klachten te beluisteren over de ontwatering in dat SoesterveengebiedIk zou toch de aandacht willen vragen, dat in ieder geval de hoofdwatergangen die de afvoer naar het gemaal moeten verwerken, voldoende op diepte gebracht worden en zonodig verbeterd worden Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, bedoeld wordt in wezen de watergangen in het Soesterveen. Die zijn tweeërlei. Er zijn watergangen in beheer en eigendom van de gemeente en er zijn er die zijn in eigendom van particulieren. Ik kan u verzekeren dat die van de gemeente in goede staat zijn en dat die uitstekend worden bijgehouden. Ik denk dat over de andere nog wel eens gesproken zal kunnen worden en dat wil ik u ook wel toezeggen. 3. Economische zaken. 4. Onderwijs. Mevrouw WEIDEMA: Voorzitter, één kleine opmerking. In de commissievergadering heb ik gevraagd naar het programma van eisen in het Londo-systeem ten bate van de kunstzinnige vorming van de jeugd op de basisscholen. Het antwoord dat wij schriftelijk gekregen hebben, daaruit mag ik nu concluderen dat er in het Londo-systeem per jaar 18.000,= beschikbaar komt voor het bijzonder onderwijs ten behoeve van de culturele vorming, 6.500,= voor het openbaar onderwijs, wat echter niet ter beschikking gesteld wordt voor het openbaar onderwijs omdat wij nog steeds door tuinonderhoud enz. de kosten overschrijden, de gebouwafhankelijke kosten. Dat betekent dat de kindertjes van het openbaar onderwijs hun kunstzinnige vorming van een grasspriet moeten halen. Ik zou daar graag ook, nu de motie van de PvdA is aangenomen, zien dat we nu de gebouwafhankelijke kosten terug gaan dringen en ook voor het openbaar onderwijs de gelden voor culturele vorming ter beschikking komen, dat de wethouder met het bijzonder onderwijs gaat overleggen om tot initiatieven te komen. Hij schrijft dat ook, dat hij culturele vorming wil gaan initiëren,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1987 | | pagina 345