>8 -
18 november 1987
- 69
■toe
:erug
Ddaties
ten
.ingen
.i-
ir
c
i
rstands-
t
Ik denk ook dat wij al in de afgelopen uren gezegd hebben dat wij ertegen
zijn dat het rijk kortingen doorberekent aan de instellingen. Wij hebben
ook voorgesteld om zeker de eigen bijdrage op het jeugd- en jongerenwerk
niet te verhogen naar 100%. We hadden een bedrag ingevuld, maar daar hebben
geen andere partijen op gereageerd.
We zullen dus tegen de CDA-motie stemmen.
Heer KRIJGER; Mijnheer de voorzitter, het voorstel zoals het er lag van
het college, daar hebben wij nog niet op gereageerd, omdat het voorstel
met de wijzigingen die zijn aangebracht -het vooralsnog terugdraaien van
de bezuinigingen- onze instemming heeft. Wat erbij komt voor 1989 en later
is nog een zaak voor discussie waar ook in de commissies over gesproken
is. We gaan daar in het voorjaar op door: wat gaan we doen voor de jaren
daarna? Als er dus nu een motie komt van het CDA, dan staan op blz. 1 een
aantal overwegingen. Een aantal van die overwegingen die zijn zeer herkenbaar
daar zijn we het eigenlijk wel over eens. Niet allemaal, een aantal van
die overwegingen zijn constateringen. Het gaat wat moeilijk worden als
we de bladzijde omslaan naar de randvoorwaarden aan datgene wat voorgesteld
moet gaan worden. Daar gaat nu net het probleem komen, dat als men die
randvoorwaarden aanvaardt door de motie te ondersteunen, dan ga je op een
gegeven moment vanuit een bepaalde invalshoek de zaken doortrekken naar
een ander soort accommodaties. Dat vind ik wat te beperkt. Het is te respec
teren jeugd- en jongerenwerk, mar als je die uitgangspunten hanteert op
andere soorten van welzijn -want het gaat over een welzijnsplaneen welzijns
beleid in zijn totaliteit- dan denk ik toch dat het wat beperkt gaat werken.
Dus vandaar dat wij niet voor de motie zijn. Omdat er een aantal dingen
instaan die wij kunnen herkennen denk ik dat de uitgangspunten best betrokken
kunnen worden in de discussie in februari, wat ik mij voorstel.
VOORZITTER Dus u wilt daar ook wel de discussie in februari over hebben.
Wethouder KINGMA: Ik denk dat als het om blz. 1 gaat in zijn algemeenheid
de heer Krijger terecht heeft geconstateerd dat we daar ongetwijfeld mee
in kunnen stemmen, want de heer Baks heeft gezegd dat hij dat regelrecht
uit de hoofdlijnen heeft gehaald. Die hebben we met elkaar afgesproken,
dus wat dat betreft is het zelfs wat jammer van het typewerk, want dat
hadden de tekstverwerkers van de gemeente al voor u gedaan. U maakt bovendien
dan een betrekkelijk willekeurige selectie en er valt zoveel meer over
te zeggen. Vandaar dat de hoofdlijnen wat uitgebreider zijn dan de samen
vatting die u nu in het kort heeft weergegeven.
De tweede constatering, dat de rijksoverheid een korting op de rijksbijdrage
heeft toegepast, is een verkeerde constatering. Wij hebben op dit moment
een brede welzijnsuitkering, daar zit van alles en nog wat in. Het is meer
dan alleen maar sociaal-cultureel werk. Dat treft u overigens ook aan in
het welzijnsplandat zal duidelijk zijn. In dat opzicht denk ik dat u
zich dus vergist en kan ik ook onderschrijven wat de heer Krijger zegt,
dat uw motie sterk gericht lijkt op met name het jeugd- en jongerenwerk
in de conclusies. Ook als u zegt: één accommodatie per wijk, lijkt dat
sterk gericht op het sociaal-cultureel werk. Dan lijkt het ook logisch
wat u zegt, maar er is meer. Dat geeft het welzijnsplan ook aan. In dat
opzicht denk ik ook dat uw motie te beperkt is. Als u zegt: dit is een
aanzet tot een duidelijke discussie van uw kant, dan vind ik dat prima.
Als reactie op de algemene beschouwingen heb ik ook al gezegd dat we hopen
in februari/maart, als degene die daar nu mee aan het werk is zijn werk
heeft afgerond, met een werkstuk te kunnen komen waar u aan de ene kant
keurig op een rijtje kunt zien wat voor verschillende financieringsmodellen
er kunnen zijn, met voor- en nadelen, die duidelijk bedoeld zijn om daar
eens heel plezierig ronduit over te kunnen discussiëren met elkaar en dat