19 mei 1988
- 16 -
Heer VAN GELDER: Te zijner tijd zetten we u voor straf een hele nacht in
die parkeergarage
VOORZITTER: Er zijn wel degelijk goede voorzieningen te treffen in
parkeergarages. Ik heb toevallig deze week samen met wethouder Plomp de
parkeergarage bezocht van het Muziekcentrum in Amsterdam en dat muntte uit
door helderheid, het was licht geverfd, er waren geen donkere hoeken. Ik
heb toen nog gevraagd aan mensen die daar ook liepen wat ze daarvan vonden
en het was opvallend dat men daar zich zeer happy voelde. Het is dus wel
degelijk mogelijk om dat goed in te richten.
Wethouder MENNE: Voorzitter, er zijn inderdaad verschillende opmerkingen
gemaakt in eerste instantie, maar op de vragen ben ik ingegaan en niet op
opmerkingen die voor zichzelf spreken, want zo duidelijk bent u wel,
mijnheer Visser. Ik heb wel het technisch doorlichten vergeten. Ik had dat
niet begrepen in de formulering van de heer Pothuizen dat dat een vraag
was. Het technisch doorlichten van een plan. Ik kan begrijpen dat u daar
motieven voor hebt. Ik moet echter zeggen dat de oppositie tegen het plan
op dit moment zich eigenlijk in onze gemeente met name beweegt op de
aansluiting op het buitengebeuren. In het technisch doorlichten komt
natuurlijk geen resultaat in die richting eruit.
Heer POTHUIZEN: Daar had ik het ook niet om gevraagd, zoals u wellicht toch
wel begrijpt, mijnheer Menne.
Wethouder MENNE: Dan kom ik bij het tweede punt, namelijk dat het
natuurlijk ook geld kost en bovendien tijd kost. Dan ben ik wel bereid om
dat mee te nemen naar het college, maar een toezegging daarover op dit
moment, dat lijkt mij moeilijk. Ik ben wel bereid dus dat mee te nemen en
te bespreken in het college, of dit op dit moment opportuun is.
Dan de zaak van het ontkoppelen. De heer Van Gelder heeft een nieuw element
in het gesprek gebracht. Indien de optie-lease om de een of andere reden te
weinig of nul opbrengt, is het dan zo dat daarmee automatisch de
parkeergarage vervalt? Dat hebben wij nog niet zo voorgesteld. Er is noch
bekendheid omtrent de revenuen van de optie-lease en er is ook nog geen
bekendheid over de exacte prijs van de parkeergarage. Vandaar dat wij daar
op dit moment nog geen voorstel toe doen. Wij vragen u alleen: laat ons
onderzoeken (dat is dan voor een bedrag van 100.000,-) middels een
uitgewerkt plan wat het kost en voor die tijd hebben wij duidelijkheid ook
voor wat betreft dat andere aspect, namelijk die financiering. Ik wil mij
daar nu niet aan verbinden, in generlei vorm in tweede instantie.
VOORZITTER: Ik stel voor over te gaan tot stemming.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, zou u mij willen toestaan om naar aanleiding
van het antwoord van de heer Menne hem nog een vraag te stellen? Hij heeft
gezegd iets mee te willen nemen naar het college. Zou hij ook kunnen zeggen
waar en wanneer hij ons dan antwoordt, zodat we een beetje kunnen bezien of
er dan misschien nog actie van deze kant nodig zou zijn?
Wethouder MENNE: De eerstvolgende keer dat wij als commissie bijeenkomen,
begin juni, dan zal ik het antwoord hebben.
VOORZITTER: Ik stel voor hoofdelijk te stemmen over deze belangrijke zaak.
Dan begin ik bij punt a. het V02 vast te stellen.