16 juni 1988
- 2 -
vraag is: wanneer betaalt die vervuiler, want het terughalen van gelden om
vervuilingen op te heffen is geen makkelijke zaak en ook een ontzettende
langdurige zaak met een nog onvoorspelbare afloop. Ik weet uw voorkeur, die
is ook doorgesproken en ik heb ook mijn uiterste best gedaan in het bestuur
om zoveel mogelijk van de winst terug te brengen naar de gebruikers.
Tweederde van de winst gaat terug, een derde, die 1,7 miljoen is inderdaad
nu gereserveerd voor een aantal vervuilopheffingen. Ik denk dat op dit
moment politiek meer niet haalbaar is, maar ik heb de boodschap duidelijk
begrepen.
Heer POTHUIZEN: Het lijkt ook erg veel op het antwoord van vorig jaar van
de heer Van Logtenstein, voorzitter, ik heb dat er gemakshalve maar even
naast gelegd. Ik stel toch voor dat wij bezwaar maken bij het WMN tegen
deze wijze van verdelen, dan ondersteunen we de kritiek die de heer Van
Logtenstein kennelijk al heeft gespuid in het bestuur nog eens een keer
schriftelijk.
Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Het kan best op het antwoord van vorig jaar
lijken, misschien is dat op zich wel verheugend, want ik moet wel met u
constateren dat dit het tweede jaar is dat er geld teruggaat naar de
verbruikers. Dat is ook uniek, dat mag u er dan ook bij zeggen. Misschien
lukt het wel in het volgend jaar om alles terug te brengen naar de
gebruikers. Maar op dit moment, gezien het Tfëit "dat ook het WMN een
gemeenschappelijke regeling is waar een veertigtal gemeenten in deelnemen,
is meer politiek niet haalbaar. Maar ik heb uw geluid gehoord.
b. Brief d.d. 3 mei 1988 van het Breed overleg tegen Apartheid, inzake een
nationale manifestatie, met voorstel te antwoorden conform het
bijgevoegd concept.
Heer VISSER: Voorzitter, het begint steeds een stukje beter te gaan in
Soest als uw brief begint met de zin: "Ook wij wijzen principieel de
politiek van apartheid af." Dat soort zinnetjes waren een paar jaar geleden
nog niet mogelijk in Soest. Maar toch komt weer iets van die oude houding
boven bij de volgende zinnen, als u nadrukkelijk verwijst naar de
rijksoverheid en u vindt dat het een zaak is voor die instantie om er dan
verder wat aan te doen. Vroeger was het inderdaad nog niet mogelijk, toen
we nog geen Derde Wereld Groep Soest hadden of nog niet te maken hadden met
asielzoekers of een discussie-avond hielden noord/zuid verhoudingen, om dit
te publiceren, want het bestond gewoon niet. We gaan dus steeds een stapje
vooruit. Maar toch zit er nog steeds iets in dat inconsequent is. U wijst
principieel, zegt u, de politiek van apartheid af, aan de andere kant zegt
u: we moeten ons er niet mee bemoeien, want het is een taak van de
rijksoverheid. Als die rijksoverheid niet die signalen kreeg vanuit de
gemeenten en van burgers en uit het hele land hoe ze hun beleid gestalte
moeten geven, dan zou die rijksoverheid niet weten hoe ze haar houding moet
bepalen. Er zijn gelukkig in Nederland steeds meer gemeenten die vinden
dat ze zich best met buitenlandse activiteiten mogen bemoeien. Daarom is
het heel belangrijk als die gemeenten de rijksoverheid dat signaal geven.
Het is jammer dat Soest dat nog niet doet. Aan de ene kant wel met woorden,
aan de andere kant niet met daden. Uw brief is wat dat betreft dus heel
tegenstrijdig. Ik stel u voor om inderdaad met deze brief akkoord te gaan,
dat was u al van plan en wij gaan schoorvoetend akkoord. Daarnaast stel ik
u voor om toch het affiche van het Breed Overleg tegen Apartheid dat de
ronde doet en in Soest blijkbaar niet zo gewenst is, toch morgen af te
geven bij het informatiecentrum en daar alsnog op te hangen. Met name het
CDA moet het toch aanspreken dat daar instanties achter staan als KAIROS en