16 juni 1988
- 8 -
huisvesting en twee medewerkers. Niet 150.000,- en twee medewerkers, nee,
150.000,- Nu kan men roepen dat het er niet om gaat om bij
structuurwijzigingen de sport een bezuiniging op te leggen, maar de argwaan
heeft men zelf laten ontstaan. Als we, mijnheer de voorzitter, gaan
stemmen, kunnen we denken 'we zijn er'Wij zijn er echter nog niet, denken
wijdan pas zal de polarisatie binnen Soest losbarsten, want het
samenwerkingsverband dat de gemeente met de sport heeft binnen de stichting
uit elkaar trekken, dat werkt juist die polarisatie in de hand. Zoals de
heer Jan de Koning, minister in 's lands dienst ook onlangs opmerkte.
Samenwerkingsverbanden zoals de stichting, zijn landelijk volledig
aanvaard. Zowel de V.N.G. als de N.S.F. -de heer Bode was tot voor drie
maanden een gewoon gewaardeerd ambtenaar- stimuleren die gezamenlijk te
dragen verantwoordelijkheid. Heeft het college of de raadsmeerderheid
kennis genomen van die voor Soest toch onpartijdige deskundige
instellingen? Is een bestuur waarin sportverenigingen hun bestuur aanwijzen
van visclub tot jeu de boules, van fietscross tot hockey, meer democratisch
dan een orgaan waarin sportvertegenwoordigers en gemeentelijke gekozen
bestuurders samenwerken? Nee, mijnheer de voorzitter, dat vinden wij niet.
Vertrouwen. Hoofdzaak van de nieuwe opzet zou onder andere moeten zijn dat
de sport zonder politieke aanwezigheid besluiten zou moeten kunnen nemen en
aanbevelingen doen. Als de sport nu al niet gehoord wordt, alleen kan komen
om te praten over een voor het overleg al ingenomen standpunt, wat belooft
dat voor de toekomst? Immers, tijdens de dèélriemërsvergadering in mei 1987
werd het besluit bekend gemaakt dat de politiek uit de sport moest, zonder
dat er overleg met de betrokkenen al had plaatsgevonden. En overleg na de
besluiten heeft niet zoveel zin meer.
Mijnheer de voorzitter, ik kan namens mijn fractie de teleurstelling
uitspreken over de wijze waarop de besluitvorming in deze plaatsvindt.
Daar kun je boze opmerkingen over maken, argument aan argument koppelen,
als men niet tot inhoudelijk praten komt, dan leidt dat nergens toe. Daarom
let ik nu op het resultaat, als men een Pyrrusoverwinning resultaat kan
noemen. Pyrrusoverwinning mag u vertalen als een overwinning die de winnaar
alleen maar verliezen oplevert. Het is nog niet te laat, wij kunnen een
beslissing over deze zaak aanhouden, wij kunnen eerst onder leiding van een
externe, deskundige gespreksleider de sport met de politiek laten praten.
Misschien met de heer Bode, die de heer Verheus net genoemd heeft. Laten we
proberen verwijten over en weer, 'de pot verwijt de ketel' te neutraliseren
om tot een inhoudelijk overleg te komen. Het is toch eigenlijk wel gek dat
de sport zelf als next-best oplossing voorstelt om een commissie artikel 61
in te stellen, zoals het oorspronkelijke raadsvoorstel in juni 1987 luidde.
En de raadsuitspraak van 1987 is toch overeind gebleven! Mijnheer de
voorzitter, zonodig wil ik met een motie ons voorstel, de besluitvorming op
te schorten om escalatie te voorkomen, aan de orde stellen. Eerst willen
wij uw reactie in deze afwachten.
Uw raadsvoorstel bevat twee elementen. Het eerste waar over gepraat is naar
tevredenheid of niet. Ik heb net verwoord wat wij daarvan vinden. Ten
tweede op een heel andere wijze een besluit nemen tot opheffing van de
Stichting Zwembaden. Dat is niet een overlegstructuur als de
Sportstichting, dat is vooral een exploitatie waar de gemeente indertijd
haar voordelen mee heeft willen behalen en kunnen behalen. Is er op dit
moment een directe aanleiding tot opheffing van die gemeentelijke stichting
tot exploitatie van de zwembaden, zeker nu we binnenkort gaan praten over
een zwembad laten realiseren, waarbij een van de belangrijkste vragen is
van sommigen -alvorens we Instemmen met een onderzoek daartoe- gaat het wel
geëxploiteerd worden op particuliere wijze of wat dan ook. Wat is daar de
motivatie voor om dit in één raadsvoorstel samen te voegen?