16 juni 1988 - 15 - betrekkelijk eenvoudige zaak is om te zeggen van: nou ja, Soest.Het zou dus aanzienlijk beter zijn als wij nog een groot aantal andere gemeentes aan de hand van uw overtuigende argumentatie ertoe zouden kunnen brengen om gewoon een overeenkomstige brief aan de VEGIN te sturen. Het liefst zoveel als er dus gemeentes in Nederland zijn. Ik zou nu natuurlijk een motie in kunnen dienen om u uit te nodigen een dergelijk verzoek tot alle overige gemeentebesturen te richten, maar voordat ik dat doe zou ik daar eerst uw opvatting eens over willen horen. Voor wat de inhoud van het voorstel betreft kan ik dus kort zijn: wij leggen ons er bij neer. We hadden graag tegen gestemd, maar de financiële gevolgen zijn onaanvaardbaar. Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, aansluitend op wat de heer Pothuizen zegt, het is natuurlijk zo dat je dit niet in je eentje kan. Aan de andere kant vinden we toch het feit dat de machtspositie van de VEGIN je ertoe dwingt om echt goed beïnvloedbare kosten zoals er zijn opneem- en incassokosten en kosten die je zelf kunt beïnvloeden als bedrijf, dat je die zomaar doorberekent aan de burgers, onaanvaardbaar. Dus tegen dat gedeelte van het voorstel zal mijn fractie stemmen, met alle consequenties daarvan. Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, wij vinden het ook heel vervelend, de vastrecht tarieven die ons opgelegd zijn door de VEGIN en de Gasunie, maar de minister heeft zijn goedkeuring hieraan gegeven. Daarom staan we achter de brief die u gemaakt heeft en willen wij het laatste zinnetje vooral ondersteunen: zowel binnen de regionale als in de algemene ledenvergadering zal de vertegenwoordiging van onze gemeente onze gezichtspunten naar voren brengen. Ik hoop dat u dat met verve doet. Heer WIJMENGA: Mijnheer de voorzitter, een paar woorden ook van onze kant. Wij kunnen ons goed vinden in de weg die het college gevonden heeft om de moeilijkheden waar wij ook allemaal zelf moeite mee hebben, naar voren te brengen en zo mogelijk in de toekomst op een andere wijze op te lossen. Wij wachten met interesse de antwoorden af die het college zal geven op de vragen die gesteld zijn. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, ik vind het prettig om te horen dat men toch duidelijk onderscheid heeft kunnen maken tussen de boodschap en de boodschapper. Het is duidelijk dat hetgeen hier op tafel ligt niet is verzonnen door dit college, het is een zaak die uiteindelijk binnen de VEGIN is uitonderhandeld tussen VEGIN en Gasunie met uiteindelijk een fiattering door de minister van economische zaken. Zo liggen die zaken. Ik hoorde zojuist een van de leden zeggen -ik dacht mevrouw Blommers het was- 'machtspositie VEGIN'. Was dat maar waar, want dan zag de situatie er nog best wat anders uit, want die hebben echt nog wel veel aandacht ook voor de consument en de VEGIN zit in onderhandeling met de Gasunie. De Gasunie, u weet het, is zeker voor meer dan 80% het rijk en uiteindelijk is de goedkeuring voorbehouden aan de minister. Wij zitten dan met de feitelijkheid dat er een vastrechtverhoging ligt van 12,- per jaar, dat er een prijsverlaging ligt van 1 cent per m3. Ik moet even heel duidelijk zijn: die cent is opgebouwd uit 6/10 verlaging per m3 en A/10 cent is compensatie voor de verhoging van het vastrecht, zo is dat allemaal uitgedacht. U vraagt mij: doe er zoveel mogelijk mee op een zo wijd mogelijk gebied. Dat kan ik u toezeggen, want de brief die u heeft gehad van ons, gaat al heel ver. Ik moet u zeggen, dat is een uiting die op zich in die wereld niet al te gebruikelijk is geweest. Maar ik wil het van harte ondersteunen. Wat betreft het verder uitdragen daarvan, morgenmiddag heb ik contact met de collega-wethouders uit Amersfoort en Baarn. Dus als u vanavond besluit om die brief te sanctioneren, dan zal ik dat in het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 164