16 juni 1988
- 17 -
10. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor diverse gebieden.
De voorstellen 8 tot en met 10 worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
11. Voorstel tot het vaststellen van de notitie "hoofdlijnen van het
volkshuisvestingsbeleid voor de periode 1989 tot en met 1994".
Mevrouw STEKELENBURG: Voorzitter, als wij spraken over volkshuisvesting,
dan heeft de PvdA steeds gezegd dat zij voorstander is van een verhouding
60% huur- en 40% koopwoningen. Zij zegt dat, omdat uit cijfers blijkt dat
er nog steeds een grote groep is en komt die wil huren. Immers, ouderen
worden een nieuwe doelgroep, want zij staan zeer terughoudend tegen het
kopen of opnieuw kopen van een woning. Dit blijkt uit uw toelichting van
dit agendapunt. De discussie over vergrijzing in Soest, wordt steeds vaker
en op verschillende niveau's gevoerd, ook in deze raad. Toch houdt deze
zelfde raad vast aan een verhouding van 60% koop- en 40% huurwoningen; op
zijn minst opvallend.
Voorzitter, toelichtingen, cijfers en onderzoeken zijn er om ze te
gebruiken, dat wil zeggen dat je ze serieus moet nemen. Als ik de
opmerkingen van de meerderheid der raadsleden in de commissies juist
interpreteer, doet de meerderheid van deze raad dit niet. Voortvloeiend uit
deze stelling, zullen wij graag zien dat er creatief, inventief en
intensief gezocht wordt naar mogelijkheden om aan de financiële drempels
die er zijn voor inwoners die net niet kunnen kopen, tegemoet te komen. Dat
zou kunnen, bijvoorbeeld, in een tegemoetkoming van de gemeentegarantie.
Pas dan toont de raad de moed dat men niet alleen maar roept dat er meer
gekocht moet worden, maar dat men dat beleid ook wil ondersteunen. Met
andere woorden: geen beleid van veel geblaat en weinig wol, maar een van
boter bij de vis. Ik hoor graag van u of u bereid bent deze financiële
drempelverlaging op korte termijn in discussie te brengen.
De PvdA heeft in het verleden heel veel gezegd over de volkshuisvesting in
Soest, onder andere dat er gebouwd moet worden voor eigen behoefte. Dat
laatste gebeurt naar onze mening niet. Het is niet zo dat de koopwoningen
in Soest tussen de twee en de drie ton, waar de makelaars over spreken en
waar kennelijk een tekort aan is, alleen maar verkocht worden aan inwoners
van Soest. Wij allen kennen daar voorbeelden van. Dat betekent op termijn
dat er met name voor de kinderen van die 'vreemden' woonruimte beschikbaar
moet zijn in Soest, immers, zij behoren dan tot de groep 'eigen Soesters'
Een en ander houdt in dat Soest volgebouwd gaat worden, terwijl u
propageert dat Soest in letterlijke zin natuurlijk moet blijven.
Voorzitter, ik zou nog een lang verhaal kunnen houden, maar gegeven de
situatie dat er in deze raad waarschijnlijk geen meerderheid te vinden is
voor een volkshuisvestingsbeleid waar iedereen, arm of rijk, Nederlander of
medelander, zijn kansen krijgt, is dat verspilling van tijd. Daarom staak
ik mijn betoog en wacht met belangstelling de antwoorden af.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat deze bijstelling van de
nota uitvoering geeft aan wat wij als raad altijd willen: een consequent
beleid. Even wat ironisch: ik denk dat als wij de volgorde hadden bepaald,
wat mevrouw Stekelenburg had gezegd, dat de raad qua personen en
samenstelling in Soest er anders had uitgezien.
Ik denk dat een aantal opmerkingen genoemd zijn die wij steeds moeten
herhalen, omdat elk jaar kan worden geconstateerd dat het aantal senioren
in onze Soester samenleving toeneemt. En zoals het dan ook hoort met beleid
dat daarop inspeelt, elk jaar bij bijstelling van de volkshuisvestingsnota
.jf