je een minderheidsstandpunt hebt en dat beperk je tot de mededeling dat je tegen stemt. Ik wou dat in dit geval niet doen, want wij houden er niet van om rustig te gaan slapen, alleen omdat u ons dat advies geeft om dat maar te gaan doen. Wij willen innerlijk overtuigd zijn van de degelijkheid van de maatregelen die onze rust moeten waarborgen. En dat zijn we eigenlijk niet. Wij leren uit uw voorstel het volgende. Het gemeentehuis is niet een zeer groot bouwwerk, het is niet zeer gecompliceerd, er is geen veelheid van samenlopende wensen en er is geen groot aantal gesprekspartners. Je kunt over die twee punten groot bouwwerk of zeer gecompliceerd van mening verschillen. Dat er een veelheid van wensen is en een groot aantal gesprekspartners, dat hebben wij kennelijk verkeerd begrepen. Het is waarschijnlijk te ondeugend om te denken dat uw visie betekent dat u alleen maar uitgaat van uw eigen wensen en mensen. Wij stellen verder vast dat naar uw oordeel de capaciteit voor kredietbewaking in huis is, dat die vrij ter beschikking is en dat die financieel en technisch voldoende ter zake kundig is. Wij willen dat oordeel niet op voorhand in twijfel trekken, maar er zijn wel consequenties aan verbonden en daar wil ik op terugkomen na nog een kritische kanttekening. Die kritische kanttekening betreft de tweede volzin van uw overweging nummer 2 op bladzijde 2, korting van de kredietbewakingskosten op het architectenhonorarium zou niet acceptabel zijn, het zou in strijd met de Algemene Regelen '71 zijn en ongewenst. Om met dat laatste te beginnen, die korting was wel gewenst, namelijk door de raad. En u had die dus moeten bedingen op het goede moment, voorafgaand aan en bij het maken van afspraken. Alleen als u na dat cruciale moment met die kortingswens bij de architect komt, kan die met recht nee zeggen en dan ook nog naar die A.R. verwijzen. Onze indruk is dus dat er onjuist onderhandeld is van gemeentewege en dat we nu de schade moeten repareren. De verantwoordelijkheid hiervoor moet politiek de wethouder Menne worden aangerekend. Nu is er natuurlijk op dit moment nog geen materiële schade, dus de gemoedsrust van de heer Menne zal nog wel niet zo ernstig aangetast zijn, maar of dat zo blijft -en dan ben ik dus bij de consequenties waar ik het zoëven over had- dat moet dan toch wel de vraag zijn. Bij kredietoverschrijdingen en een extern kredietbewaker in het spel praten er andere partijen met elkaar dan bij kredietoverschrijdingen en alleen een intern kredietbewaker. Daarbij moeten we ons dan bovendien nog voor ogen houden dat er van een samenloop sprake is, zeg maar van opdrachtgever, van adviseur en controleur. In zo'n situatie zijn de momenten in de discussie, de toon van de discussie, het gezagsevenwicht in de discussie anders. Er zal zich dan misschien eerder een situatie voordoen -veel eerder, ik hoop het niet- waarin de wethouder hier weer in de arena moet verschijnen met bekentenissen of met vragen om aanvullende kredieten. En in dat verband herinner ik er dan toch aan dat we een taakstellend krediet hebben geaccordeerd. Er is dus voor bekentenissen en voor aanvullende kredieten helemaal geen ruimte en al helemaal niet als het college het door de raad aangereikte beheersingsinstrument nu laat vallen. Ik vertaal dat als volgt, voorzitter, het college en in het bijzonder de wethouder Menne verbinden hier en nu hun politieke leven aan het blijven binnen het ter beschikking gestelde krediet voor de nieuwbouw gemeentehuis, want voor pardonneren van overschrijdingen was er geen plaats, is er geen plaats en zal er door dit voorstel ook absoluut niet zijn. Als u dat eveneens zo ziet, zijn we het in ieder geval over iets eens en niet eens over iets onbelangrijks. Maar voor dit voorstel stemmen doet mijn fraktie dus niet. Heer VAN GELDER: Voorzitter, wij hebben ons sterk gemaakt om een extern kredietbewaker toe te passen bij de bouw van het gemeentehuis. De argumenten daarvoor hebben wij breed uitgedragen. We betreuren het dat, waar de beslissing over het voorlopig ontwerp en de kredietbewaking gelijktijdig zijn genomen, in de opdracht aan de architect dat element niet naar voren is gebracht. We hebben dat in de commissie gemeentehuis naar voren gebracht. Ik sluit mij wat betreft de opmerkingen over de kwaliteit van de onderhandelingen van het college met betrekking tot dit punt dan ook aan bij hetgeen de heer Pothuizen daarover heeft

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 17