25 augustus 1988
- 8 -
zetten. De brief is gisteren binnengekomen. Wij vinden het terecht dat het
college op dit moment nader onderzoekt welke maatregelen noodzakelijk zijn
om het raadsbesluit dat er ligt ten uitvoer te leggen, dus de conclusie die
de heer Visser trekt trekken wij op dit moment niet. Ik zou wel graag van
het college willen weten of wij uiterlijk de volgende raadsvergadering een
verduidelijking van de feiten tegemoet kunnen zien. De wethouder heeft
aangegeven dat hij die informatie zal trachten te verwerken (wat wil de
provincie precies weten, wat zijn de detailknelpunten en hoe wilt u die
oplossen?). Mijn vraag is dus: kunnen we dat voor de volgende
raadsvergadering tegemoet zien?
Heer MEILOF: Heel kort, voorzitter. Het was voor mij een teleurstelling,
dit bericht van de provincie. Toch ook een teleurstelling ten aanzien van
het feit dat kennelijk de gemeente niet met dergelijke gegevens over de
brug is gekomen dat het onmiddellijk voor de provincie helder genoeg was om
hierin positief te beschikken. Een omgekeerde reactie dus als wat de heer
Visser naar voren brengt: het stelde mij teleur, want ik had gehoopt dat we
snel konden handelen. Het is goed voor Soest als we hier snel zekerheid
hebben en als we snel kunnen starten met de bouw van een overdekt zwembad.
Ik vind het jammer dat de procedure op deze wijze gestagneerd is. Ik vraag
met de heer Van Gelder dat wij zo spoedig mogelijk inzicht krijgen in de
gegevens en dat ze dan verzonden kunnen worden naar de provincie.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, in antwoord op de vraag van de
heer Verheus kan ik zeggen dat raadsbesluiten, zoals het onderhavige, naar
de provincie worden gestuurd en dat bekend is dat de provincie zich aan
bepaalde termijnen dient te houden. Dat is dus in eerste plaats de termijn
van drie maanden, die men dan kan verlengen tot vijf maanden. Het is
natuurlijk zo dat op een gegeven ogenblik de stukken worden ingestuurd met,
naar de mening van de raad, een zo compleet mogelijk aantal gegevens voor
de provincie. Het is een goed gebruik ook, dat merken wij regelmatig, dat
de provincie ons benadert als er naar aanleiding van met name kleinere
objecten bepaalde vragen zijn. Dat betekent dat er inderdaad tussentijds
momenten zijn waarop ambtenaren van de gemeente en ambtenaren van de
provincie met elkaar contact hebben. Uit ambtelijke berichten moet ik
opmaken dat de vraagstelling van de provincie met betrekking tot het
onderhavige onderwerp toch niet wees in een richting die dan nu tot de
uitspraak van G.S. heeft geleid. Dus er zijn wel degelijk tussendoor
contacten geweest, maar rappeleren terwijl de termijnen bekend zijn die
G.S. hebben, dat heeft denk ik geen zin. Men houdt zich gewoon aan de
termijnen en gebruik is dat er tussendoor toch enige gedachtenwisselingen
plaatsvinden. Als het dan zo is dat het een onderwerp is waar achteraf
blijkt dat er veel informatie ontbreekt, dan zou dat misschien nog eerder
een aanleiding kunnen zijn om dat dan ook te melden. Dit in het verlengde
ook van het persbericht dat wij als college hebben uitgestuurd.
Voor wat betreft de informatieverstrekking die moet volgen na de contacten
die wij met de provincie hebben, meen ik al gezegd te hebben dat wij
natuurlijk al contacten met de provincie hebben gelegd om te zien wat zij
nu verder met ons willen op dit gebied. Het is duidelijk dat dit een
gesprek is waarin enerzijds de gemeente en anderzijds de provincie aanwezig
zijn. Ik kan u niet precies voorspellen op welk moment deze besprekingen
zijn afgerond, want als dat zo is komen we vanzelf ook weer terug naar de
raad. Wat ik u wel kan toezeggen is dat wij in de commissievergadering na
30 augustus zullen zien wat op dat moment de stand van zaken is en de
informatie zullen verstrekken die wij op dat moment hebben. Uiteraard, dat
kunnen wij spontaan doen en die vraagstelling kan ook van u komen. Wij zijn
in ieder geval er het beste bij gebaat dat we als raad steeds van elkaar
weten hoever de stand van zaken is, waarbij we natuurlijk ook de