12
heel duidelijk uitgesproken in de commissie dat we deze zaak willen bekijken bij
de voorjaarsnota. Ook daar is geen reactie op gekomen van het college.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, het is een heel omvangrijk voorstel en
een knap stukje ambtelijk werk. De kans dat je alleen maar verschrikkelijk goede
elementen of verschrikkelijk slechte elementen erin vindt, is niet zo groot. In
dit geval is dat dus ook zo, al valt het met het slechte wat ons betreft best
wel mee. Er zit misschien wat in dat je voortijdig kunt noemen. Op dat punt toch
nog even een kleine stap terug, dat is dan het kraken misschien van een nootje.
Ik heb bij het vorige agendapunt iets gezegd over de politieke verantwoorde
lijkheid van het college en meer in het bijzonder de portefeuillehouder die het
aangaat en het pardonneren van begrotings- of kredietoverschrijdingen. In dit
land lijden we wat dat punt betreft een beetje aan normvervaging, een trend die
in Den Haag is ingezet door coalitiepartijen, maar het is geen trend die ons
aanspreekt. Wij vinden dat er heel concreet alleen goede verklaringen acceptabel
zijn voor overschrijdingen, wil je bereid zijn om dat soort politieke misslagen
te vergeven. We krijgen vanavond nog een agendapunt 17, waar we daar nog eens
aan moeten denken. Ik voorspel nog leuke discussies op dat moment. Als het hier
gaat om de portefeuillehouder Van Logtenstein, die heeft in 1987 een kleine vier
ton meer laten uitgeven dan hem was toegestaan en dat is ook naar Soester
maatstaven geen geringe overschrijding. Door aan ons tot nu toe nog niet zo
duidelijk uitgelegde oorzaken, is die overschrijding pas heel laat aan de raad
gemeld en we twijfelen er zelfs aan of het college het op tijd geweten heeft.
Bij de begrotingsbehandeling hebben wij ons ongenoegen hierover kenbaar gemaakt
en toen in woorden die nog betrekkelijk vriendelijk waren, want uit de nota van
aanbieding kon je begrijpen dat de portefeuillehouder de zaak eens ferm zou
aanpakken. Van die ferme aanpak is nog tijdens die begrotingsbehandeling
eigenlijk weinig overgebleven, want de portefeuillehouder wilde naar een
aanzienlijk geringere taakstelling. Daar heeft hij toen de handen van de raad
niet voor op elkaar gekregen. En vanavond wordt het dus weer geprobeerd.
We moeten over 10 separate punten besluiten. Ik denk dat mevrouw Blommers gelijk
heeft, daar moeten we gewoon stuk voor stuk even naar kijken. Er staat in het
papier ook dat we niet nu over 1987 zouden moeten praten, maar pas bij de
voorjaarsnota en dat er in 1988 maar 59% van de taakstelling gehaald zou hoeven
te worden. Met andere woorden, de begroting 1988 is voor het onderdeel reiniging
onjuist. Deze onjuiste begroting is gemaakt toen 1987 voor de insiders al
zichtbaar ontspoorde en dat zouden we nu moeten belonen met 150.000,= omdat
het allemaal zo moelijk is. En als die beloning dan is gegeven, mogen we in
april nog even naar 1987 kijken, we zeggen dan hoe erg het was, we drinken een
glas en alles blijft zo ongeveer zoals het was. Daar zijn we dan ongeveer niet
zo voor te vinden. Wij vinden dat je in april bij de voorjaarsnota zinvol moet
kunnen debatteren. En met punt 10, de structurele verhoging van het
reinigingsbudget met 150.000,- zullen we dus vanavond niet instemmen en over
ons stemgedrag in april behouden we onze mening nog even voor. U zult die
stellingname misschien wat als stug ervaren, mijnheer de voorzitter, maar het is
niet zo dat wij de feiten ontkennen. Er wordt meer afval aangeboden en er zijn
dus meer kosten, er is een steeds gammeler compostbedrijf en aan compost worden
steeds zwaardere eisen gesteld. Er moet dus ook het een en ander gebeuren. Wat
er moet gebeuren moet wel structureel op kostenbeheersing en kostenverlaging
gericht zijn. De mini-containers hoeven uiteraard niet op de helling, maar een
heel serieuze doorlichting van het ophaal-, verzamel- en transportsysteem als
geheel zou wel op zijn plaats zijn. Wij vinden dat dat in een kader moet dat
het gemeentelijke te boven gaat, om goed voor ogen te krijgen of we niet toch
aan vormen van bedrijfsblindheid zijn gaan lijden. Een gehele of gedeeltelijke
privatisering, biedt die nu wel of niet voordelen? Moeten dure bedrijfsmiddelen
persé door Soest alleen worden aangeschaft of zou een grotere schaal misschien
voordelen bieden? Moeten dure bedrijfsmiddelen persé overdag in onderhoud,
waardoor ze 20% van de bedrijfstijd niet beschikbaar zijn? En zo zijn er nog wat