15 september 1988
- 10 -
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
21. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet tot plaatsing van een
twaalftal reclame -abris
Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, wij zijn tegen dit voorstel. We
hebben namelijk in deze gemeenteraad eerder een nota behandeld over het
alcoholmatigingsbeleid, waarin bepleit wordt de reclame voor het gebruik
van alcohol zoveel mogelijk te beperken. Dan is het hypocriet in onze ogen
om nu abri's te plaatsen waarop reclame voor alcohol en sigaretten
regelmatig voorkomt. De zin dat de Firma Alrecon tegemoet komt aan ons
verzoek om deze reclames zoveel mogelijk te beperken is niet juist. Er lag
juist een brief van Alrecon waarin ze zeiden op het verzoek van onze
gemeente niet in te kunnen gaan, omdat het een landelijk gebeuren is, die
reclames en ze geen uitzondering kunnen maken voor één gemeente. Juist moet
de gemeente die een anti-alcoholbeleid voert niet meewerken aan het
plaatsen van deze abri's, zoals onlangs ook Den Haag en Utrecht hebben
gedaan. Ik denk dat als we als gemeenten en bloc tegen deze reclames
stemmen en tegen deze abri's daardoor, dat we dan bereiken wat we willen:
het verbod van reclames voor alcohol en sigaretten.
Heer POTHUIZEN: Ons is gebleken, mijnheer de voorzitter, dat ook andere
gemeentes pogingen wagen die wij wagen en ook dat de Raad van State daar
soms in voor gemeentes onprettige zin op reageert. Wij zien graag abri's en
we zien ook graag abri's waar geen reclame voor alcohol en rookwaren op
staat. We zouden dit besluit dus pas willen nemen als dat absoluut zeker is
en als we dus ook zeker weten niet alleen dat Alrecon zegt dat ze het niet
zullen doen, maar bovendien dat als ze het toch doen dat we het eraf
krijgen. Als we die zekerheid hebben, dan willen we die abri's wel hebben.
Tenzij de wethouder nu zegt dat hij ons die absolute zekerheid kan geven,
denk ik dat we vanavond eigenlijk niet voor dit voorstel zouden kunnen
stemmen
Heer MEILOF: Voorzitter, als wij spreken over een alcoholmatigingsbeleid,
waar we de laatste tijd mee bezig zijn geweest, dan denken we vooral aan
zaken die met het verkeer te maken hebben, dan denken we niet in de eerste
plaats aan dingen die te maken hebben met gelegenheden waar alcohol
gebruikt wordt, of daar interne reclame gemaakt wordt en dat soort dingen.
Abri's zijn dingen die specifiek met een verkeersfunctie er staan, met
mensen die aan het verkeer deelnemen, al is het dan dat ze zelf niet achter
het stuur zitten. De reclames op de abri's zijn zeker niet alleen gericht
op degenen die daarbij staan, maar ook op mensen die daarlangs rijden. Het
dunkt mij dat, zeker in ons beleid rond alcoholmatiging, het niet past dat
wij abri's toelaten waar reclame voor alcohol gemaakt wordt. Dus ik kan in
deze vorm beslist niet meegaan met het voorstel, waarbij er inderdaad een
duidelijke brief ligt van de instelling die deze zaken levert dat men niet
wil ingaan op onze vraag, dat men hoogstens de belofte doet dat men er
rekening mee zou willen houden. Daar heb ik geen vertrouwen in, mijns
inziens moet u deze instelling in eerste instantie zwaarder onder druk
zetten.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, de reclame krijgt iets toegeschoven
wat de reclame niet kan waarmaken, dat het kijken naar de reclame in de
korte tijd dat je op de bus staat te wachten tot het gebruiken zou
stimuleren. Nou, zo gebeurt het niet. Een belangrijk deel van de nota
waarover gesproken isdie nu te pas en te onpas erbij wordt gehaald is dat
de nota vooral ingaat op het sociale gedrag. De reclame probeert hooguit