24 oktober 1988
- 25 -
ombudsman en ombudsvrouw per definitie behoren te zijn. Raadsleden,
wethouders en ikzelf horen in de eerste plaats toch ombudsman te zijn voor
de bevolking. Het tussenplaatsen, het nog eens een keer daartussen voegen
van nog eens een extra man of vrouw, ik denk dat dat eerder de afstand
tussen burger en bestuur vergroot. Bij de raadsleden en bij onszelf moet de
prikkel en de stimulans voldoende aanwezig blijven om burgergericht te
blijven werken. Ook daar zullen we in de commissie a.b.z. nog wel een keer
over spreken, gelijktijdig met het raadplegend referendum.
Een ander punt wat bij die hele component van de bestuurlijke kant van het
reorganisatieproces ook nog aandacht zal krijgen, maar dat zal nog even
duren, dat is de hele zaak van de commissiestructuur. Dat heeft ook alles
te maken met portefeuilleverdeling en ook portefeuille-omschrijving. Dat
kan dan eigenlijk ook meteen antwoord geven op vragen omdat er toch wel
eens onduidelijkheid is tot welke portefeuille iets hoort. Mogelijk kan ook
tegen de tijd dat we weer naar de verkiezingen toelopen, dat punt met name
onder de loep genomen zijn om daar dan goed helderheid over te krijgen. We
zullen daar ook zeker te gelegener tijd op terug komen. Dat als een paar
punten over de bestuurlijke kant, die tot mijn vreugde eigenlijk bij
iedereen uitvoerig aandacht heeft gekregen.
De politie. De politie zit in het nauw. U heeft raadbreed, begrijp ik, met
de voorgenomen motie een signaal willen afgeven, een signaal van
bezorgdheid aan Den Haag om duidelijk te maken dat de ideeën die
langzamerhand tot ons komen, ons absoluut niet aanstaan. Laat ik voorop
stellen -de heer Visser vroeg zich dat geloof ik ook nog af- dat ik daar
voor 100% achter sta. Ik heb, dat moge ook blijken, al eerder nu deze weken
van die houding blijk gegeven toen de vakbondsbestuurders bij mij op bezoek
kwamen om te overleggen over de actie die de politie zou kunnen houden
tijdens de huldiging van Monique Knol. Toen heb ik zelf de suggestie aan de
hand gedaan: zou u niet mij een petitie aanbieden. Die suggestie is toen
overgenomen en die petitie is ook door mij aanvaard met de woorden dat ik
daar achter stond, achter die inhoud. Ik heb intussen die petitie ook
toegezonden aan de minister van binnenlandse zaken. Dat daarover.
Verder is het natuurlijk zo dat in de overleggroepen waar ik inzit als het
gaat om politiezaken, regionaal driehoeksoverleg, het provinciale overleg
als het gaat over regionale zaken en bovenregionale zaken zelfs
tegenwoordig, is er door mij uitvoerig aandacht gevraagd voor deze zaak. U
moet alleen wel beseffen dat het bij de rijkspolitie nog niet duidelijk
genoeg is hoe het daar gaat uitwerken. Daar zit men ook te wachten op de
uiteindelijke plannen. Ook de grotere steden, waartoe Amersfoort
bijvoorbeeld ook behoort, krijgen dan dus meer mensen in die
verschuivingsoperatie en dat betekent dat die natuurlijk in dit koor wat
minder hard meezingen. Dat is gewoon een feit, daar moeten we natuurlijk
wel op zich begrip voor hebben. Dat wil niet zeggen dat wij dat daarmee
niet zouden moeten doen, ik vind dat wij het des te duidelijker zouden
moeten doen. Hoe gaat het nu verder? Dan kom ik vanzelf toe aan de
opmerkingen van de PvdA over het wijkgericht werken, waar men zich terecht
zorgen over maakt. We moeten nu eerst afwachten hoe het plan eruit gaat
zien. Dat zal aan het eind van deze week, begin volgende week bekend
worden, want de minister heeft een stuurgroep in het leven geroepen die hem
moet adviseren over hoe dan die verschuivingsoperatie eruit zou moeten
zien, de P.K.P.-operatie (project kwantificering politiezorg). Dat voorstel
komt eind deze week en ik hoop dat dat dan zo snel mogelijk openbaar is.
Zodra dat er is zult u daar ongetwijfeld ook kennis van kunnen nemen en dan
komt de gebruikelijke ronde van de inspraak van de bekende gespreks
partners. Dan komt er een U.C.V., een uitgebreide commissievergadering in
de Tweede Kamer en daarna neemt de regering pas een beslissing. Dat
betekent dat wij dan pas definitief weten hoe dat is. Ik verwacht dat dat