24 oktober 1988
- 34 -
VOORZITTERMisschien is het voor de duidelijkheid goed, we hebben nu zo'n
prettig pakketje van die moties gemaakt met een nummer, dat maakt het
allemaal wat duidelijker in de behandeling. Er is intussen een motie aan
toegevoegd van het CDA die nog niet is toegelicht, maar wel is
aangekondigd, de motie over de Stichting oud-Soest. Er is een correctie in
aangebracht met potlood en ik begrijp niet goed wat er nu precies staat. Er
staat: besluit ingaande 1989 een bedrag van 6.000,— of 4.000,—, wat
staat daar?
Heer BAKS: Er staat, voorzitter: groot 6.000,- of zoveel minder als nodig
is voor de Vrijwilligers Vacature Bank.
VOORZITTER: Maar erboven staat 4.000,-
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik was nog niet klaar. Ik had nog willen
zeggen dat we ook die motie ondersteunen, die motie zonder nummer dus over
oud-Soest
VOORZITTER: Dat wordt nu nummer 15. De motie wordt dus mede ondersteund
door de PvdA.
Heer VAN GELDER: Ik heb nog een paar opmerkingen, als ik nog even mag. Dat
is met betrekking tot de collegebeantwoording. Andere fractievoorzitter
hebben daar ook al iets over gezegd, over de grondverkopen bij opbod. Wij
denken dat de maat van de slok inderdaad redelijk dient te zijn, alhoewel
de toetsing van wat redelijk is dient plaats te vinden op basis van wat
deze raad redelijk vindt en niet van toevallige inschrijvingen. Dus wat
daarover gezegd is, het is ook door ons in de commissievergadering gezegd,
wij zijn daar niet zo gelukkig mee, met de gevolgde procedure om bij
hoogste bod te verkopen.
Er is gesproken over een combinatie van het rioolrecht en de afvalstoffen
heffing. Wij denken dat dat nog maar eens aan de orde moet komen binnen de
commissie financiën. Er zitten toch een aantal elementen aan waar we dan
nog eens goed over moeten praten. Het rioolrecht is ondergebracht in het
totaalplaatje met betrekking tot de financiering van de vervanging
rioleringen. Daar zullen discussies over kostendekkendheid en zo een rol
gaan spelen. Hetzelfde geldt met betrekking tot de afvalstoffenheffing, ook
die wordt geplaatst in het kader van een dekkingsverhaalAls je nu uit een
oogpunt van administratieve vereenvoudigingen de incasso van die
verschillende heffingen wilt samenvoegen, dan spreekt op zich die gedachte
wel aan, maar dan zul je wel goede afspraken moeten maken om over 10 jaar,
want daar praten we toch bij dat rioolrecht over, dat loopt tot ver na 2000
door, dat je op dat moment nog wel weet waar die verschillende heffingen
voor bedoeld waren. Maar ik stel mij voor dat we daar dan in de commissie
financiën nog maar eens over praten.
Met betrekking tot het ontwikkelen van plannen op het gebied van
Zonnegloren is van de zijde van het college terecht gezegd dat daar overleg
over zou moeten plaatsvinden met Maarschalksbos en Zonnegloren. Er is in
de commissie in toetsende zin over gesproken wat daar zou moeten gebeuren.
Ik denk toch dat het goed zou zijn om een uitspraak, misschien in het kader
van een bestuurlijke opdracht, te formuleren over wat wij als raad gewenst
achten dat daar zou kunnen gebeuren en dat dan mee te nemen in de
onderhandelingen met Maarschalksbos/Zonnegloren, omdat we zouden moeten
vermijden dat er een lange discussie plaats vindt, dat er misschien
verwachtingen bestaan met betrekking tot het realiseren van plannen daar
die door de raad niet gewenst geacht worden. Ik realiseer mij dat dat