24 oktober 1988
- 37 -
mogelijkheid.
De heer Menne heeft gezegd: het leermiddelenpakket wordt op Londo-niveau
gebracht, ongeacht de kosten van het groen. Het lijkt alsof dat een heel
tevredenstellend antwoord is, maar dat is bet voor ons niet. Onze indruk is
dat het Londo-niveau op dit punt omlaag gaat en als het leermiddelenpakket
dan daarop wordt gebracht, wordt dus het verkeerde aangepast. De bedoeling
was om het nu naar het geldende niveau te brengen en wat in ieder geval
moet gebeuren is dat de tuinkosten op Londo-norm worden gebracht. We hebben
dus nog niet de indruk dat het tijdstip is aangebroken om onze motie op dit
punt in te trekken. We zullen die bij de hoofdstuksgewijze behandeling aan
de orde stellen.
De heer Plomp is ingegaan op onze opmerkingen met betrekking tot het
volraken van Soest. Hij heeft daar naar een bestuursopdracht verwezen. Wat
mij nog niet helemaal duidelijk is geworden is op welke manier daar de
brede maatschappelijke discussie -we hebben dat woord gebruikt- in is
verwerkt.
Met betrekking tot de stads- en dorpsvernieuwing is van de kant van de WD
een voorstel op tafel gelegd. We hebben de tekst nog niet zo precies
begrepen, maar dat komt wel. Wij dachten te horen dat het onze steun wel
zou kunnen krijgen.
Over de Eng heeft de heer Plomp gezegd: zie de bestemmingsplannen en over
de restanten komen we dan bij het werkplan ruimtelijke ordening wel te
spreken. Dat geeft nu precies aan hoe het met onze Eng is gesteld. We weten
het niet. Wat is nu de Eng, waar liggen de grenzen, komen er weer vragen om
bouwvergunningen aan de Nieuweweg of aan de Beukenlaan? Dan zitten we daar
met de vraag wel of geen artikel 19. Ik geloof dat het goed is om nog eens
een keer met elkaar vast te stellen wat nu de Eng is en dan het liefst in
zijn totaliteit, zodat we daar een samenhangend oordeel over kunnen geven.
Als het gaat om het verkeer, komt daar het stuk Ossendamweg/Vondellaan in
beeld. Daar gaat een verkeerskundig onderzoek plaatsvinden. Ik heb
inderdaad bij het doorbladeren van de post voor de volgende raads
vergadering of de volgende commissievergaderingen een stuk over gezien. Het
is een zeer lezenswaardig stuk, moet ik zeggen. Het meest heeft mij
getroffen de zin dat we misschien wel zien te streven naar vermindering van
het verkeersaanbod daar überhaupt. Dat geeft denk ik eens te meer aan
hoezeer wij in brokjes gedacht hebben: op het moment dat we iets afronden
gaan we ons afvragen of het er wel overheen moet daar.
Met betrekking tot het openbaar vervoer wordt door de heer Plomp, ik moet
helaas zeggen: wederom, want het gebeurt eigenlijk iedere keer als we over
openbaar vervoer en in het bijzonder over bussen praten, verwezen naar het
jaarlijkse dienstregelingenoverleg. Dat is nu precies wat wij hebben
bedoeld met achter de feiten aanlopen. Daar liggen de plannen van de
streekvervoerder en daar kan dan even wat op worden gezegd en in het
gunstigste geval zijn er ook nog wat andere gemeenten die misschien
hetzelfde zeggen. Wij zouden inderdaad willen dat er in gewestelijk verband
contact gezocht wordt, juist ook op tijdstippen die daaraan ver vooraf
gaan, zodat we het initiatief wat kunnen overnemen en eigen ideeën die in
Soest of in buurgemeenten leven maar van belang zijn voor Soest, kunnen
ontwikkelen en zodanig tijdig bij de streekvervoerder voorleggen dat die op
die manier gedwongen wordt om daarnaar te kijken. Dan zijn we denk ik een
fase voor gekomen.
Met betrekking tot de werkgelegenheid zijn er zowel door de heer Plomp als
door de heer Kingma een aantal gegevens aan ons verstrekt en opmerkingen
gemaakt. De nadruk is met name gelegd op het gegeven dat er toch bijzonder
veel overleg gepleegd wordt. Wij vinden dat indrukwekkend maar denken dan:
praten is één en doen is twee. Als het eerste recept niet snel genoeg
werkt, dan zullen we misschien het tweede recept moeten nemen. Ik heb daar