26 oktober 1988 23 - dan niet doorgaan met het moeizaam geven en op de vingers getikt worden juist door als het ware die molensteen die van dag tot dag zou moeten worden meegenomen, want dan is het alleen maar negatief als je zo de school gaat voeren. Dus wat dat betreft, voorzitter, vind ik dat we beide lijnen moeten volhouden. 5. Cultuur en recreatie. VOORZITTER: Hierbij behoren de andere zaken, zijnde het Welzijnsplan 1989- 1992, het jaarprogramma 1989 en de Cultuurnota 1988, evenals de twee moties van de heer Visser. de ;er Ik om 'ind u ;n len i dat dan ten Heer VISSER: ik beperkt mij tot het toelichten van de moties, mijnheer de voorzitter, de andere punten zal mijn fractiegenote doen. Het blijft voor ons toch onverteerbaar dat wij maandagavond weliswaar een aantal dingen hebben teruggehaald uit de bezuinigingstaakstelling welzijn, maar dat we met al het geld dat we hebben en alles wat we inmiddels binnen twee dagen hebben uitgegeven er toch nog een aantal dingen zijn blijven zitten waarop we zo nodig moeten bezuinigen. Vandaar dat wij het voorstel hebben gedaan dat nu voorligt, om de bedragen die overblijven te besteden aan een aantal punten die u straks, als u de motie voorleest, op harde toon en heel langzaam, wel duidelijk zullen worden. Wij stellen voor de gemeente Soest een voorbeeld te laten zijn in de gedachte oud-voor-nieuw. Vandaar dat wij op deze manier bedragen uit de reserves van het grondbedrijf -van mijn part gemeentewerken, die creativiteit laat ik aan u over, want u weet het beste waar het geld zit- in deze motie aan de raad voorleggen. De andere motie slaat op de sport. U weet dat wij al jaren fulmineren tegen het feit dat zowel de wethouder als de betrokken ambtenaar studiereizen maakt naar het buitenland om daar te gaan kijken hoe het hier in Soest moet. Dat kost nogal wat en wij denken dat een en ander wat kennis betreft ook hier in Nederland wel gehaald kan worden. Te meer daar u in uw antwoorden die ik deze week heb ontvangen, zegt dat het eigenlijk zo is dat het rendement niet te concretiseren is. Een opvallend zinnetje uit de antwoordbrief. Een ander opvallen antwoord is: "Dat studiereizen als de onderhavige van belang worden geacht, blijkt uit de brede deelname van bestuurders van velerlei politieke schakeringen en vanuit zakelijke en ambtelijke zijde." Met andere woorden: als er nu maar veel meegaan, dan zullen het wel hele goede studiereizen zijn waar je wel wat van leert. Ik kan mij voorstellen dat heel veel mensen in Nederland dit soort reisjes willen maken en graag voorop staan om zich aan te melden. Nog anders gezegd: als er driehonderd wethouders in de Eem springen, dan hoeft toch de wethouder van Soest niet meteen in de Eem te springen? Kortom, voorzitter, wij willen toch dit hele gedoe niet, waar iedereen het eigenlijk over heeft in Soest, dat het niet kan. Het heeft ook weer 4.000,- gekost, kan je nagaan wat het allemaal gekost heeft naar Moskou, Canada en België. Als je het allemaal bij elkaar optelt en je ziet wat daar uitgekomen is aan resultaat, dan is dat eigenlijk heel weinig. Het mooiste zou zijn om te zeggen: haal die 4.000,- uit die begroting, dan kunnen ze niet op reis, maar we begrijpen dat dat geld ook voor andere nuttige dingen besteed kan worden. Vandaar dat wij het symbolische bedrag van ƒ1,- hebben voorgesteld. Dat blijkt ook wel weer bij het voorlezen door u op harde, toch nadrukkelijk toon van deze motie die wij de raad voorleggen. VOORZITTER: de raad der gemeente Soest, in vergadering bijeen op 26 oktober 1988, overwegende dat door de voorzitter en de directeur van de voormalige Stichting 1 i

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 322