26 oktober 1988 - 30 - moeten volgen en daar verder niet vanaf moeten wijken. Mevrouw BLOMMERSVoorzitter, het Welzijnsplan daar staan een aantal zaken in die duidelijker lijken dan ze zijn. Er wordt gezegd: de oude territoriale verdeling van Soest is niet functioneel meer. Dan praten we over het feit dat er misschien wel eens drie instellingen allemaal uit een verschillende invalshoek op een bepaald terrein zich willen begeven. Dan praten we over het feit dat de Kinderboerderij woont in Overhees, dat jeugdwerk er wel wil werken en dat wij vinden dat de doelgroep eigenlijk iemand van de Molensoos is. Dat is dan heel duidelijk. Dan zeggen ze: het zou beter zijn als het allemaal één grote instelling was. Nou, dan was er niets veranderd, want dan was er een gebouw dat niet geschikt was voor de oudere jeugd, dan zouden er mensen met die oudere jeugd willen werken die zich eigenlijk niet op die doelgroep richten en dat zou dus alleen maar betekenen dat iemand van de Molensoos misschien iets meer contact had met die andere werksoort. Toch willen we dit niet helemaal negatief beoordelen, deze zin, omdat ook wij ons zorgen maken over het feit hoe je in een steeds wisselende bewoning van onze gemeente toch op de juiste plaats de juiste voorzieningen hebt. Wij zijn erbij van uitgegaan -dat hebben we in de commissie ook aangekaart- dat de afstand een van de meest bepalende zaken is, dat dus die territoriale verdeling eigenlijk een van de meest bepalende zaken is. Wij zeggen: hele jonge kinderen en veel oudere mensen -en dan denken we echt aan veel ouder en niet aan iedereen die boven de 50 is, want die worden voor het gemak zo vaak meegeteld op het ogenblik- hebben behoefte aan voorzieningen dicht in de buurt. Zodra mensen naar een voetbalvereniging kunnen, zijn ze ook in staat een eindje te rijden voor een ander soort voorziening waar ze behoefte aan hebben. Daarom zouden we willen vragen om bij de planning die nu voorgesteld wordt om te komen tot een discussiestuk waarin een aantal modellen van organisatie worden voorgesteld, ook heel goed te letten op de redelijk af te leggen afstanden voor de gebruikers. Je moet je niet teveel heil voorstellen van het samen gebruiken van allerlei ruimtes. Je kan best onder één dak wonen, maar ruimtes delen is een onmogelijke zaak en dat weten we allemaal uit ervaring, mag ik wel zeggen. Je kan niet verwachten dat een peuter, een tiener en een ouder persoon dezelfde eisen aan een ruimte stellen, niet qua meubilair, niet qua inrichting. Toch is het de bedoeling dat iedereen zich thuis voelt, dat het een gastvrije ruimte is waar de mensen kunnen komen tot een aantal activiteiten die wij waardevol achten. U zegt dat de leeftijdsopbouw van Soest zal veranderen, het aantal jeugdige inwoners zal afnemen. Ja, maar ze zullen niet verdwijnen en ze zullen nog steeds geconcentreerd zijn in bepaalde wijken. Maak daarom uw ruimtes zo dat ze makkelijk om te bouwen zijn voor veranderende eisen. Ik denk dat dat een soort multi-functionaliteit is waar we veel meer aan zullen hebben. Dan een aantal concrete zaken, nu we bezig zijn met de activiteiten van het nieuw in te richten huis in Soesterveen. De Stichting Ruimte schijnt nog niet helemaal klaar te zijn volgens mijn informatie, althans een aantal participanten -niet degenen die er nu inzitten, maar die er misschien in zouden komen- hebben nog steeds niet erg duidelijk zicht op kosten wat betreft de huisvestingslasten en de onderhoudslasten, hebben nog niet duidelijk zicht op de toe te wijzen ruimte. Het zou goed zijn denk ik als u ons kon toezeggen dat op zeer korte termijn, ik denk dan voor het eind van het jaar, er een duidelijk aanbod aan de diverse instellingen van de mogelijkheden en de onmogelijkheden wordt gedaan, zodat ook zij daar rekening mee kunnen houden in hun planning. We moeten niet vergeten dat die instellingen de laatste jaren op zeer krappe budgetten zitten, dus het even opvangen van aanloopkosten is er niet bijDaar moet rekening mee worden gehouden.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 329