28
De voorstellen 14 tot en met 16 worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
17. Voorstel tot gedeeltelijke goedkeuring jaarrekening 1986 van de Stichting
Openbare Bibliotheek Soest en tot vaststelling van de kostenvergoeding over
1986.
VOORZITTERIk dacht dat de heer Pothuizen al een signaal gaf dat hij hierover
wou spreken. Klopt dat?
Heer POTHUIZEN: Ik zou daar best over willen spreken als u mij het woord geeft.
VOORZITTER: Ik dacht dat u dat aangegeven had, dat u daar op terug wou komen.
Heer POTHUIZEN: Dat heb ik niet willen zeggen, ik heb alleen maar willen zeggen
te verwachten dat hier wel enige discussie over zou volgen. Ik wil mijn bijdrage
daar wel aan leveren. Ik vind het collegevoorstel een uitstekend voorstel. Het
is in lijn met de gedragslijn die wij voorstaan. Wij zouden zeggen: gaat u zo
voort, ook als het overschrijdingen op uw eigen terrein betreft.
Heer VISSER: Voorzitter, ik denk dat u de kwaliteit van een gemeente kunt
afwegen aan de manier waarop ze een bibliotheek exploiteert.
Heer POTHUIZEN: De gemeente exploiteert toch geen bibliotheken, mijnheer Visser?
Heer VISSER: Wilt u de heer Pothuizen even tot kalmte manen, voorzitter? U
begrijpt wat ik bedoel. Het is gewoon een stukje kwaliteit als wij een goede
bibliotheek hebben. Die hebben het erg moeilijk gehad de laatste jaren omdat ze
ook met alle bezuinigingen mee moesten draaien. Ik heb begrepen uit een gesprek
met de directeur en ook uit de briefwisseling die ter inzage lag, dat dit een
zeer incidenteel geval is. In 1987 is het allemaal weer recht getrokken, omdat
dat tekort alleen over 1986 te noteren viel. Het zou allemaal niet zo erg
geweest zijn als we in dat bibliotheekbestuur niet die drie raadsleden hadden
zitten. Ik wil ze niet met name noemen, maar één is wethouder van de PvdA, de
ander is een niet-aanwezig WD-raadslid dat ook leest en de derde is lid van het
CDA waarvan aangenomen mag worden dat hij ook regelmatig in de boeken duikt.
Kijk, als die drie raadsleden er niet inzaten, dan zou ik zeggen: ja, dat
bibliotheekbestuur overvalt ons en ben je nu helemaal mal, dat kunnen we niet
maken, want dan komen ze natuurlijk vandaag of morgen allemaal. Maar die drie
raadsleden hebben erbij gezeten. Die hebben nooit terug gerapporteerd, die
hebben ons daarvan nooit op de hoogte gesteld, nooit uitgelegd hoe dat kwam.
Terwijl ik denk dat als je bestuurslid van een bibliotheek bent, je dan voor
die bibliotheek moet zijn, dat je dan begrip moet hebben voor de problemen die
daar zijn en die daar liggen en dat je dan niet met je raadslidpet op moet
zeggen: dat zullen we nog wel eens bekijken; en als dan puntje bij paaltje komt
zeggen: we doen het niet. Ik denk dat het een zeer slechte zaak is als wij dit
bedrag niet zouden voteren. Daarom dring ik erop aan om deze 36.000,- zoals de
heer Van Logtenstein net zei bij de reiniging dat het een steuntje in de rug is
voor de mensen die zo hard werken en het gemak waarmee hij dan grote bedragen
toe wil schuiven aan mensen die ook tekort komen, dan denk ik dat 36.000,= op
een bibliotheek in wezen niet zoveel is. Dus ik ga niet akkoord met uw
raadsvoorstel
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, ook wij gaan niet akkoord met uw voorstel
op een aantal overwegingen, waarbij het niet gaat om het wel of niet aanwezig
zijn van raadsleden in besturen, dat is een andere discussie. Ik denk dat het
overleg dat regelmatig met instellingen in de gemeente wordt gevoerd tussen
gemeente en instellingen best hier en daar gewettigde verwachtingen mag