12 - 17 november 1988 - 13 - VOORZITTERIk heb intussen de tekst gekregen van de motie en van het voorstel om het voorstel te amenderen, beide van mevrouw Meijer. Ik begin met het voorlezen van de motie, opdat die onderdeel van de discussie kan uitmaken. De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 17 november 1988, overwegende in het kader van de emancipatie is het gewenst om het aantal vrouwen in managementfuncties in het onderwijs te vergroten; daarvoor is het noodzakelijk om bestaande belemmeringen weg te nemen die belemmeringen zijn onder andere: onvoldoende mogelijkheden voor kinderopvang en het ontbreken van managementtrainingen; draagt het college op in overleg met de afdeling onderwijs en de afdeling personeels zaken een management opleidingsprogramma op te zetten voor het aanwezige onderwijzend personeel, in het bijzonder de vrouwen; initiatieven te ontwikkelen voor kinderopvang; door een gericht personeelsbeleid vrouwelijk onderwijzend personeel te stimuleren om te solliciteren op vacante management functies in het onderwijs; en spreekt de verwachting uit dat dit programma leidt tot een versterking van de positie van de vrouw in het management van het onderwij s en gaat over tot de orde van de dag. VOORZITTERMevrouw Meijer, ik neem aan dat de motie niet alleen door u gesteund wordt. Ook door u, mijnheer Boerkoel? Dus maakt de motie onderdeel uit van de discussie. Dan is er een wijzigingsvoorstel, dat luidt als volgt: De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 17 november 1988, gelezen het voorstel 20 van de deelnotitie "Emancipatie en onderwijs" en de motivering van het college over dit voorstel, overweegt dat uit de emancipatiegedachte het een goede zaak is dat het overblijven tussen de middag op scholen goed geregeld is; ouders kunnen alleen goed werken als ze weten dat hun kind goed verzorgd is; dat het wel bekend is dat het gemeentebestuur alleen verplicht is om een verlicht en verwarmd lokaal voor dit doel ter beschikking te stellen, maar dat dit niet inhoudt dat zij zich ontslaat van de plicht dat alles verantwoord verloopt; dat het belangrijk is dat een overblijfkracht een garantie vergoeding krijgt, omdat dat de kwaliteit en de continuïteit bevordert; daardoor wordt het werk ook serieus genomen en is het minder vrijblijvend en zullen kinderen niet steeds met wisselende overblijfkrachten te maken krijgen; dat het niet moet inhouden dat de gemeente voor 100% het overblijven op scholen subsidieert, ouders dragen ook bij en in de meeste gevallen zal de bijdrage van de gemeente nihil kunnen zijn. besluit een startsubsidie te geven aan die scholen waar het overblijven nog niet goed geregeld is of waar het moeizaam verloopt of waar op bepaalde momenten de overblijfkracht niet aan een garantie vergoeding toekomt en daardoor afhaakt; voor deze doelen zou het subsidiebedrag bestemd

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 380