31 toestaan, dan komt hier nogal wat aan nasleep achteraan. En dan mag u mij ook niet aanspreken op zaken die voor u dan misschien toch wat teleurstellend zullen zijn. Indien u nu vindt dat de bibliotheek recht heeft op alsnog meer geld op dit moment, dan is de financiële mogelijkheid van activering en uitsmering over jaren er natuurlijk op een bedrag van anderhalf miljoen, dat begrijpt u zelf ook wel. Die mogelijkheid is aanwezig, die is financieel natuurlijk aanwezig. Men kan op een totaalbedrag van ruim anderhalf miljoen uitsmeren, activeren en dat inderdaad in de gaten houden. Er moet dan misschien hier en daar een schepje bovenop, arbeids-/productiviteitsverhogingmisschien iets minder uren enz. Het is natuurlijk niet leuk, maar het kan wel. Ik wil u dus in overweging geven dit niet toe te staan, maar te onthouden of bij de voorjaarsnota, of bij de begrotingsbehandeling 1989 alsnog als innovatie -want het is dus extra- de bibliotheek een bedrag toe te staan in afweging met de bedragen die ook als wensen komen vanuit andere instellingen. Wethouder KINGMA: Nu we zo prachtig met z'n tweeën een integraal advies aan de raad geven, dacht ik dat het misschien toch goed was om erop te wijzen dat misschien zo hier en daar de gedachte zou hebben kunnen postgevat alsof we met instellingen al budgetfinanciering hanteren. Als we dat dan al doen, dan denk ik dat we er wel een van een heel merkwaardig soort hanteren, want we spreken maar één ding af en dat is een bedrag aan subsidie. Binnenkort zal die discussie ook wel op gang komen, maar ik moet zeggen dat ik er toch vanuit ga dat wil je tot echte budgetfinanciering overgaan, in welke organisatie dan ook en met wie dan ook, dat dat meer is dan alleen een afspraak over geld. Daar komt veel meer bij kijken en in dat licht hebben we dat soort afspraken met geen enkele instelling in deze gemeente. Ik vind dat er toch een zekere nuancering op zijn plaats is als het gaat om de strengheid waarmee van nature de wethouder financiën behept is VOORZITTERHet is goed om alle geluiden te laten horen. Misschien is het dan ook correct, omdat deze zaak ook uitvoerig aan de orde is geweest in het college, dat op de vraag van een van de leden van het college waar dan de dekking vandaan moest komen als wij dat niet zouden suppleren, de heer Kingma heeft geantwoord dat dat uit het boekenaanschaffonds zou moeten zijn, zodat er minder boeken zouden kunnen worden aangeschaft. Op die grond is toen gezegd: dan dienen wij dit voorstel dus in. Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, het uitbenen van de bibliotheek, maar dat gej.dt ook voor andere instellingen, leidt ertoe dat je op een gegeven moment niét meer behoorlijk tegenvallers kunt opvangen. Dat gaat iets verder dan zomaar niet kunnen opvangen. We hebben te maken met een instelling die én haar activiteiten en alles wat zij wil gaan doen laat goedkeuren in het bibliotheekplan én op een gegeven moment ook de begroting laat goedkeuren. Dat wil voor ons zeggen dat wij u uitnodigen, wederom, om te komen tot een aanvulling van het tekort over 1986. We begrijpen dat het college daar niet zo erg willig nog in is. Ik heb net een motie laten bezorgen en ik vraag u die voor te lezen. Wij willen u een uitspraak vragen. VOORZITTER: De motie luidt: De raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op donderdag 25 februari 1988; is van mening dat op grond van de gewekte redelijke verwachtingen naar aanleiding van frequent overleg tussen bibliotheekbestuur en het dagelijks bestuur van de gemeente; op grond van de normen die men mag stellen aan overleg met de overheid; het onjuist is, zonder nadere motivering, een van de instellingen die hun activiteiten verrichten binnen een door de raad vastgesteld plan tot een extra bezuiniging te dwingen ter grootte van 38.000,-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 40