15 december 1988 - 20 - dat plan is keurig aangegeven wat wij doen als Soest aan stads- en dorpsvernieuwing. In dat plan zijn altijd zeven "aandachtsgebieden" die als laatste punt meehebben de infrastructuur. Als we gaan kijken naar wat in dat plan aan de orde is geweest, dan komen we op een gegeven moment bij het zesde punt, de plannen die er zijn voor verbetering van de woningen. Daarop moet aansluiten verbetering van de woonomgeving. Als we kijken naar de gegevens die we nu hebben en niet afhankelijk zijn van onderzoek en daardoor pas in maart of april volgend jaar aan de orde komen, die gegevens zijn er nu al, dan zien we dat juist voor een aantal wijken in 1989 de inspraak verloopt, o.a. voor de Eng en de Thorbeckestraat. Dat zijn wijken in Soest waar al jarenlang niets aan gebeurd is. In 1989, die plannen zijn er allemaal al. In 1990 dezelfde gebieden, in 1992 dezelfde gebieden, in 1993 dezelfde gebieden. Als we dan kijken naar het aandachtsveld verder, niet sector zes maar sector zeven, waar de gemeente in de pas moet lopen daarbijdan blijkt dat doordat de middelen van het stads- en dorpsvernieuwingsfonds worden aangewend voor een goede zaak, Soesterberg-kom waarvan gezegd kan worden: eigenlijk is het een oneigenlijk potje daarvoor, dat juist omdat de middelen ontbreken omdat ze ergens anders aan worden besteed, de gemeente niet in de pas loopt juist met de verbetering van die infrastructuur in die omgeving. Dat vinden we jammer, want het argument van het gemeentebestuur, althans van het college, is niet meer dan dat de middelen ontbreken. Nee, de middelen zijn er wel, op het juiste moment moet je de middelen ter beschikking stellen. Wonder boven wonder, soms zeggen wij hetzelfde als de heer Visser: Soest heeft geld genoeg, maar Soest bewaart het soms iets te lang. Vandaar dat wij ook heel concreet nu menen te kunnen voorstellen -het geld is ervoor- dat nu de continuïteit wordt gewaarborgd van plannen voor met name een deel van de Eng -we kunnen zien wat het betekent als je daar een verbetering laat ontstaan, laat beginnen- en de verbetering in 't Hart. Dan zitten we precies op de lijn tot en met 1993. Nu kunt u zeggen: is 1 miljoen genoeg? Wij schatten van wel, want precies volgens de criteria die u heeft aangegeven is het 500,= per flat bij gestapelde bouw 500,= per meter. Op al die plannen zijn infrastructuur verbeteringen al mogelijk. In 1993 zouden de plannen wat kunnen veranderen op grond van mogelijke inspraak resultaten. Vandaar dan ook dat juist op grond van uw eigen gegevens wij vinden dat de raad nu kan beslissen dat, of het heet stads- en dorps- vernieuwingsfonds of een fonds speciaal voor woningverbetering De Eng, 't Hart en een deel mogelijk van Smitsveen, dat er geld ter beschikking wordt gesteld om de continuïteit te waarborgen. Het is voor ons niet nodig om te wachten tot maart/april om dat te beslissen. Er zijn dan niet méér gegevens en Soest heeft dan niet méér in de reserves. Nu kan beslist worden. Een tweede element in het voorstel van de drie fracties is dat er ook is aangegeven dat er een eigenaardige volgorde ontstaan is rondom verbetering Koninginnelaan en verbetering van de inrichting Koninginnelaan. In de meerjaren investeringsplanning gehonoreerd staat voor 1991 het herbestraten en verbeteren van twee wegen in de buurt van de Koninginnelaan, de Koninginnelaan zelf en de Nieuweweg. Daarna, omdat er geen middelen zijn, is gezegd: verbetering van de omgeving Koninginnelaan. Dat is eigenlijk een eigenaardige volgorde, eerst de weg herbestraten en later gaan praten over de herinrichting. Maar ook daar komt het college weer aan: er zijn geen middelen voor. Dat is de enige overweging om het later te doen en daarmee een eigenaardige volgorde te creëren. Toen het voorstel binnenkwam, alleen toen mochten wij het niet naar voren brengen, vandaar dat ik er nu mee kom, dat bij de verbetering van Nieuwerhoekplein een belangrijk deel van het krediet niet daarvoor moest worden gebruikt, hebben we gelijk gezegd: het was de bedoeling daar bij die oversteekplaats bij de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1988 | | pagina 423