44
de sporters geen sprake kan zijn dat tijdens de vergaderingen met de sporters er
een minderheidsstandpunt überhaupt kan worden ingenomen, omdat de stukken die
op dit moment zijn uitgegaan zowel naar de sporters als naar de commissie ad hoe
ambtelijke stukken zijn waarvan het college heeft gezegd dat het daarvan heeft
kennis genomen en dat zij ter bespreking aan de sportbestuurders worden
voorgelegd, maar ook aan de commissie ad hoe. Er is dus wat dat betreft geen
standpunt van het college. Er dus op dit moment in de besprekingen met de
sporters ook geen sprake van het in kunnen nemen van minderheidsstandpunten door
de voorzitter die daarbij is. Er is geen collegestandpunt, het zijn zaken die
ter bespreking zijn.
Mijnheer de voorzitter, ik wil besluiten met de hoop uit te spreken dat wij voor
wat betreft de discussie rond de sport alle pogingen in het werk stellen om
verdere suggesties als zou er op een of andere manier worden geaarzeld, om die
nu verder achterwege te laten. Ik zou ook graag willen dat dreigementen met
betrekking tot acties die men zou ondernemen als, dat men die ook achterwege
laat. Ik denk dat dat allemaal zaken zijn die de zaak verder kunnen escaleren.
Er is op dit moment geen enkele vertraging. Er is ook nooit naar een vertraging
gestreefd. En raadsbesluiten die worden genomen, worden uitgevoerd.
VOORZITTEREr is verzocht om een korte schorsing en die wil ik u graag geven.
Alleen, ik stel wel vast dat het vijf over elf is, dus ik zou het wel kort
willen hebben, hooguit vijf minuten. Ik schors de vergadering.
VOORZITTERIk heropen de vergadering.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, in algemene zin zijn we blij met de
strekking van het antwoord van wethouder Plomp. Toch vinden wij het wel zinvol
dat hij alsnog ingaat op de essentie van een aantal opmerkingen, omdat we het
zouden betreuren dat steeds boven de markt zou blijven zweven het verwijt van de
een naar de ander dat daar escalatie uit kan voortvloeien. Wij doen dat, omdat
toch in een aantal van de reacties van de heer Plomp daar voor ons
aanknopingspunten inzitten. Het punt van de openbaarheid is genoemd. Daarbij is
gerefereerd aan een brief van drie progressieve partijen van 1987. Het is goed
om ons te herinneren wat er in die brief stond en waar die brief over ging. Dat
was een brief die handelde over raadscommissies van advies en bijstand. Daarvoor
hebben die partijen openbaarheid gevraagd. Waar het niet over ging in die brief,
was het overleg tussen instanties, bijvoorbeeld tussen gemeente en C-drie,
tussen gemeente en jeugdzorg, tussen de wethouder en de heer Taphoorn. Over dat
soort dingen ging het dus niet. Wat we nu steeds aan de orde hadden is een
vergelijking die we moeten maken met het laatste en op dat punt is openbaarheid
geen goede zaak. En als dan met betrekking tot dat begrip openbaarheid toch die
misvatting die uit het antwoord van de heer Plomp spreekt, zou blijven bestaan
en hij zou blijven voortgaan, is dat natuurlijk iets dat inderdaad escalerend
zou werken. Het is wenselijk dat na te laten.
Er is iets opgemerkt over de neutraliteit van een ambtenaar. De gedachte is dat
dus steeds de meest deskundige ambtenaar aangewezen zou moeten zijn voor dit
soort overleg. Dat gaat voorbij aan de andere redenen die een college kan hebben
om tot een bepaald besluit te komen, bijvoorbeeld in dit geval misschien een
besluit tot zelfbescherming van de desbetreffende persoon, en dat is dan een
politieke reden. Dat is dan een meerderheidsbesluit van het college dat
verdedigd behoort te worden, want daarmee is namelijk de heer Plomp dan als
collegevertegenwoordiger op pad gestuurd. En dan moeten we niet de neutraliteit
in het algemeen op andere plekken misschien van een ambtenaar ter discussie
stellen. Als we daarmee zouden doorgaan, roept ook dat iets op.
Met betrekking tot minderheidsstandpunten heeft de heer Plomp gezegd: wees maar
gerust, want er liggen op dit moment toch geen collegestandpunten, dus kunnen er
ook geen minderheidsstandpunten zijn. Dat is natuurlijk niet het antwoord op de
vraag. De vraag is niet of er nu minderheidsstandpunten kunnen zijn, het gaat