12
we hebben de beleggersmarkt toen afgetast en er bleek dus niet meer in te
zitten. Dat was toen zelfs nog voor een groter areaal dan 18 ha. dat ging toen
over 20,3 ha. Dat is dus allemaal niet gelukt, zij het dat daar ook dus nogal
wat werd aangeboden, in units meer dan wat hier mag volgens het college. Daar
zulen we ook strikt de hand aan houden, wat hier nu de bedoeling is en de
intentie. Maar dat was toen meer en dat bleek steeds af te ketsen. We zijn toen
doorgegaan. Er is in het lijsttrekkersoverleg, waar u ook bij was, mijnheer
Visser, helemaal niet gezegd dat we er maar mee op moesten houden, integendeel.
We zijn ermee doorgegaan, zakelijk wetend dat het natuurlijk een enorme last is.
Verschillende van u hebben dat hier ook naar voren gebracht. We kunnen het ook
allemaal in de openbare stukken lezen, wat die last dan is. Voor 1986 was het
ongeveer 750.000,- op rekeningbasis en dat is natuurlijk toch nogal wat als je
ziet dat daar een beperkte mogelijkheid van zwemmen voor, zowel binnen als
buiten, wat wij in deze gemeente als zodanig ervaren, tegenover staat. Dat
moeten we gewoon erkennen, de last is erg groot.
U hebt gezegd: ja, u krijgt daar nu een miljoen voor, dat zal dan wel lukken,
echter, daar gaat dan nog zoveel af, want u hebt daar nog aan te leggen wegen,
verlichting enz. Dat is nu het misverstand. Ik vind het ook heel oneerlijk wat
ik hier aan een briefje vind: "Hebt u nog grond te koop?" Als u vergelijkt -dat
is ook in de commissie gebeurd- dit plannetje met een woningplannetje in die
orde van grootte, dan moeten we zeggen dat wij, wanneer we in het verleden in
deze gemeente bijvoorbeeld een Gouden Ploeg of een Albert Cuyp hadden, welk
plannetje u ook neemt en u bekijkt dan daar het aantal wooneenheden, stel dat u
dat als recreatiewooneenheden ziet waar het nu over gaat en toen over gewone
eenheden, dan zien we daar toch een verschil in die zin dat de gemeente daarop
toe moest leggen in het algemeen. Quitte spelen is het streven, ook de Provincie
let daarop. Als u het zo wilt vergelijken, dan hebben we hier een plannetje
waarop de gemeente gegarandeerd toch altijd nog circa een miljoen zal ontvangen.
Dat is gegarandeerd zo en het is niet eerlijk als er dan gezegd wordt dat er
elders snippergroen wordt verkocht voor 10, 20 of hoeveel gulden per m2terwijl
het hier dan om 6 gulden zou gaan. Dat is natuurlijk niet eerlijk, want in dit
plan, bij de verkoop van dit gebied, heeft de gemeente totaal geen kosten meer
aan openbare weg, aan verlichting, aan het slopen, het schoonmaken, het
aanleggen van nutsleidingen. Dat doet de gemeente dus allemaal niet, dat moet de
betreffende koper/beheerder op eigen risico en op eigen kosten doen. Als u dat
erbij telt, dan denk ik dat we aardig in de buurt komen van de prijzen die
normaal in onze gemeente zijn. Ik wil dit maar eens heel duidelijk hier zeggen,
dat er wat dat betreft eigenlijk niet zoveel aan de hand is. U moet het wel
eerlijk tegenover elkaar stellen en ik wil voor iedereen die daar belangstelling
voor heeft de exploitatie-opzetten van bepaalde andere gebieden in onze gemeente
daar wel naast leggen.
Voor wat betreft goed koopmanschap ben je natuurlijk altijd afhankelijk van het
resultaat van het onderhandelen. We hebben daarmee inderdaad terugggekoppeld.
Het is bij onderhandelen zo, dat wij niet tussentijds daarmee in de openbaarheid
kunnen komen. We hebben afgesproken, ook in deze raad, dat we wanneer we over
personen praten en zaken die direct het belang van de gemeente zouden schaden,
daarmee niet naar buiten komen tijdens onderhandelingen. U weet -daar ben ik ook
eerlijk in- dat in het contract inderdaad nog bepaalde lastjes zitten. Wij
streven ernaar om die tot een minimumlast voor de gemeente te beperken. Met
opzet -dat hebben we afgesproken in het college- noemen wij geen bedragen die
genoemd zijn voor wat betreft die lastjes, omdat dat het belang van de gemeente
juist zou schaden. Als we straks daar tot een overeenkomst komen, dan zullen wij
u daar natuurlijk onmiddellijk van in kennis stellen.
Ik geloof voorzitter, dat ik er wat de financiële kant betreft nu ben.
Wethouder PLOMP: Voorzitter, een aantal dingen resten dan wellicht nog. In de
eerste plaats de opmerking met betrekking tot het bestemmingsplan. Het is gezegd
dat op dit moment de plannen die zijn ingediend voor de bebouwing van het