19 januari 1989
- 10 -
was voorzien en dat in de discussies naar voren kwam dat er een aantal
elementen moesten worden toegevoegd. Er is een vijverpartij toegevoegd en
de oppervlakte waar het uiteindelijk om zou gaan die is groter dan
aanvankelijk was verondersteld. Ik denk dat dat niet erg is, want je kan
dat beter tijdig signaleren dan niet en een plan door laten gaan.
Met betrekking tot de kunst hebben wij op dit moment een unieke situatie
dat we een hoog budget hebben om in een keer aan kunst uit te geven. In het
verleden hebben wij ook bepleit om dat te besteden aan één monumentaal
kunstwerk omdat het maar zeer de vraag is wanneer we weer die kans krijgen.
Daar is over gesproken, dat voorstel heeft het niet gehaald en we hebben
toen gezegd: een gedeelte van dat geld moet ook gebruikt worden voor kunst
binnen. We zijn toen gekomen tot de verdeling 125.000^^5.000. Dat
voorstel onderschrijven wij, dat is een raadsbeslissingAlleen leeft mijn
fractie nog steeds met de gedachte dat het prachtig zou zijn als we daar
een echt groot monumentaal kunstwerk zouden kunnen realiseren.
Toen is er een opdracht verstrekt aan de kunstenares en er is een ontwerp
ontstaan. Als je de opdracht erop naleest, dan zult u het met ons eens
moeten zijn dat daarmee eigenlijk voldaan is aan de opdracht. Er is een
kunstwerk ontwikkeld in dialoog met de architect. Dat staat in de opdracht.
De facto is het in dialoog met zowel de architect als de landschaps
architect gebeurd en ik heb niet anders begrepen dan dat het in prima
samenwerking en prima overeenstemming is gebeurd. Er is gevraagd een
kunstwerk te ontwikkelen dat beeldbepalende elementen of een beeldbepalend
element zou zijn. Ik denk dat wij toch moeten erkennen dat het kunstwerk
zoals het in het eerste ontwerp door Marijke de Goey is gemaakt, volledig
aan die voorwaarden voldoet.
Tenslotte staat in de opdracht aan de kunstenares dat de gemeente Soest
opdrachtgever is, maar dat namens de gemeente Soest de adviescommissie
kunstaankopen die zaak zou gaan begeleiden en daarover zou adviseren. Wij
hebben de stellige indruk dat de commissie kunstaankopen het eerste ontwerp
onderschrij ft
Dan krijg je de vraag aan de orde die niet echt expliciet heeft gespeeld,
maar toch duidelijk meespeelt: mooi of niet mooi? Hoe waardeer je dat
kunstwerk? Nou, daar kan je over van mening verschillen. Ik wil gewoon daar
mijn eigen ervaring over geven. Toen ik het voor de eerste keer bekeek in
de leeskamer en ik keek op die kubussen die ik zag staan, had ik op dat
moment niet een beleving van: dit is het allermooiste wat ik gezien heb.
Maar die verwondering van: oh, is dit het? slaat dan om en je gaat er eens
verder naar kijken en er nog eens naar kijken, er eens op je hurken bij
gaan zitten, de periscoop gebruiken en het nog eens van binnen bekijken.
Dan merk je langzamerhand dat het ontdekken van het kunstwerk, het aardige
van de omgeving, wat het toevoegt aan het gebouw gaat ontstaan. Bij mij is
dat proces nog niet afgerond. Ik denk dat dat een van de krachtige
elementen is van dit kunstwerk, dat het je de mogelijkheid geeft om het
niet onmiddellijk volledig tot in het oneindige mooi te vinden, maar dat
het elementen in zich heeft die ook op langere termijn nog zullen boeien.
Dat, zou je kunnen zeggen, is de kracht van dit kunstwerk, maar misschien
ook de zwakte, want aangezien het nog niet alles meteen uitstraalt, kan dat
ook betekenen dat je er langzamerhand aan moet wennen. Ik denk dat dat niet
erg is en dat alle goede kunst dat element in zich heeft.
Met betrekking tot de procedure zou ik ook een aantal opmerkingen willen
maken. Er was een commissie kunstaankopen, ik heb het al gezegd. Die heeft
namens de gemeente dit proces begeleid. Nu zien we dat het college het
voorstel niet overneemt, dat we daar over en weer over gesproken hebben en
dan denk ik toch dat als we een dergelijke situatie erin zouden laten
resulteren dat we dat als raad nu ook afkeuren, het toch een slag in het
gezicht is van de commissie kunstaankopen. Want wat is er dan in het