22 juni 1989
- 7 -
jezelf. Toch denk ik dat dat gevoel bij jou moet blijven bestaan. Het dejè-
vu gevoel is namelijk een pré, want grote bedrijven -en de gemeente is toch
een groot bedrijf- zoeken juist mensen die het dejè-vu imago dragen omdat
zij problemen herkennen en mogelijk ook oplossingen daarbij hebben of
makkelijker kunnen vinden. Paul, over dat dejè-vu spreken wij elkaar nog
nader
Dames en heren, ik zou graag tot een afsluiting willen komen en ik zou dat
niet willen doen dan nadat ik Paul, Elphanie, dochter en ouders, in de zaal
aanwezig, toch nog vanaf deze plaats geluk zou willen wensen en jullie veel
succes wil toewensen in Arnhem. Wij hebben daarvoor natuurlijk ook een
blijk van waardering meegebracht. Je ziet aan de beweging om mij heen dat
het nu moet gaan gebeuren. Ik zou dan ook graag willen beginnen met te
vertellen dat de blijk van waardering uit drie delen bestaat. Ik begin
eerst met twee delen daarvan en daarna komt het andere deel. Maak je dus op
om deze blijk van waardering in ontvangst te nemen. Wij waren van mening en
zijn van mening dat jij in Arnhem toch nog enige varkentjes te wassen
krijgt, of mogelijk bij trimoefeningen in de bossen rond Arnhem wat van dat
soort wezens zult tegenkomen, dat wij hebben gedacht: wij gaan in conclaaf
met een kunstenaar en wij gaan eens kijken in hoeverre wij een relatie
kunnen vinden tussen die varkentjes die jij moet wassen, de varkentjes die
je in het bos kunt tegenkomen en de kunst die dat mogelijk kan uitdrukken.
Vandaar dat ik nu een greep in de bak ga doen, we hebben alle maatregelen
genomen, Paul, om geen gordijn hier te laten zijn, zoals bij Kozlewant
dan verdwijnen de cadeaus wel eens achter de gordijnen. Ik zou graag dit
cadeau, waarin zich enige varkentjes bevinden, aan jou willen overhandigen.
Ik heb even gedacht of ik het zelf zou uitpakken, maar ik denk dat jij
langzamerhand wel voldoende uitpakkwaliteiten hebt om dit ook nog even te
doen.
Als je dan nog even wilt blijven staan, Paul, is het zo dat wij het straks
hebben gehad over Monique Knol. Jij hebt die gouden medaille daar even
vast mogen houden. Wij hebben gedacht als gemeente Soest: wij moeten Paul
bij zijn afscheid de gouden erepenning van de gemeente Soest overhandigen.
Dat ga ik nu doen.
VOORZITTER: Dames en heren, de heer Verheus heeft gevraagd het woord te
mogen voeren en ik geef hem graag daartoe nu de gelegenheid. De heer
Verheus is de nestor van de raad.
Heer VERHEUSDames en heren, als nestor van deze raad is het voor mij een
eer en een genoegen het woord tot u te richten namens alle in deze raad
vertegenwoordigde politieke groeperingen, nu u afscheid van ons neemt als
burgemeester van Soest. Gingen uw beide voorgangers, hier aanwezig, van hun
welverdiende rust genieten, u gaat aan een nieuwe start beginnen als
burgemeester van Arnhem. Daarom is het denk ik goed om bij een afscheid
als dit niet alleen een blik terug te werpen, maar zeker ook een blik
vooruit. Laat ik maar met een terugblik beginnen.
Als iemand afscheid neemt, dan ontbreekt het meestal niet aan de nodige
superlatieven aan diens adres. Met andere woorden: bij een afscheid kan men
wel eens de indruk krijgen dat de scheidende persoon kwalitatief gezien een
unicum is. Haar of zijn opvolger, zo die bekend zou zijn, kan daardoor de
indruk krijgen voor een schier onmogelijke opgave te staan om het niveau
van de scheidende functionaris ook maar te kunnen benaderen. Vandaar dat
het begrip "relativeren" in ons leven zo belangrijk is. Het is vaak erg
makkelijk om iets te verabsoluteren. Veel moeilijker is het om de
betrekkelijkheid ervan in te zien. Ik zal mij daarom maar niet wagen aan
superlatieven om de bestuurder en/of de mens Paul Scholten op een zodanig
voetstuk te plaatsen dat uw opvolger alsmede de aanwezigen hier de indruk