22 juni 1989 - 14 - zo verschillende inzicht van de bewoners en hun wens tot vrijheid zonder veel regels. Waar bijvoorbeeld wordt de onduidelijkheid meer gediend dan in de plaats waar de hoofdstraat negen verschillende namen heeft? En toch heeft dat iets aardigs. Toen ik kwam dacht ik: dat is het eerste wat we dus gaan veranderen. Maar daar ben ik al gauw vanaf gegaan. Het wegenpatroon van Soest geeft van de afkeer van planmatige stadsuitleg een mooi voorbeeld. Dat gebeurt, geloof ik, nergens in Nederland zo. Gelukkig is die heuvel nu weg die een belangrijke weg bijvoorbeeld deed eindigen. Nu ik het daar toch over heb, neem ik deze laatste gelegenheid maar te baat, juist ten behoeve van het behoud van dat charmante karakter en leefmilieu van Soest, de discussie los te maken over de noodzaak van een nieuw te maken omleidingsweg buiten de bebouwde kom, evenwijdig en direct tegen het spoor Amsterdam/Amersfoort aan gelegen. Zoiets openlijk te stellen, is al jaren een taboe. Op zo'n moment als vandaag is er een kans dat te doorbreken. En gunt u mij deze laatste kans! Het resultaat van het lopend verkeersonderzoek in het Gewest Eemland geeft u straks ongetwijfeld de nodige onderbouwing hiervoor. Dat Soest eind zeventiger jaren op z'n achterste benen stond naar aanleiding van de geplande hoofdweg over de Eng, lag meer aan de tracé-keuze dan aan het gebrek aan inzicht dat aan de verkeersafwikkeling iets structureels moest gebeuren. Toen al. Nu zeker. Juist een charmant en weinig planmatig Soest moet zorgen zo te kunnen blijven. Verstikking door teveel doorgaande auto's tast Soest in zijn wezen aan. "Soest moet Soest blijven!" zou één van u zeggen. Ik ben benieuwd of durf en visie het zullen winnen van een nogal eens vaker opkomend onbestemd, bijna angstig gevoel het als raadsleden misschien verkeerd te kunnen doen in de ogen van de kiezers. Soest kan door zoiets te doen naar mijn mening inderdaad Soest blijven. Ik denk dat het overigens best zal meevallen met zo'n idee. Het is vaak een kwestie van gezond verstand en wennen. Besturen achter de wagen is minder inspannend dan de kar trekken. Bestuurders horen naar mijn mening voorop te gaan, zoals in sommige oosterse landen de officieren echt voorop gaan bij het gevecht en niet achter de dekking van hun mannen aankomen. Moed en zelfvertrouwen brengen ook een gemeente verder dan spelen op volle zekerheid vooraf. Een voorbeeld. In mijn laatste B&W-vergadering die ik heb meegemaakt, werd besloten het zwembadproject hier aan de Dalweg nu zeer spoedig definitief aan u voor te leggen. De principiële plaatskeuze is overigens al jaren eerder in de Structuurschets Dalweg 1981, inclusief inspraak, door u unaniem vastgelegd. Het gaat nu alleen nog om de uitwerking van deze globale bestemming, de wijze waarop het gebouw er komt, de juiste architectonische inpassing en uiteraard een verantwoorde exploitatie. Houdt nu dan vast, raadsleden, aan het door uzelf ingezette beleid zoals u dat zelf in het collegeprogramma hebt vastgelegd. De bezwaarschriften die nu binnenkomen gelden niet zozeer dit plan als wel de wens het natuurbad te behouden. Gelukkig zal in zijn aangepaste geprivatiseerde vorm openlucht- zwemmen daar mogelijk blijven. In zijn huidige, al decennia gelijke opzet is het netto verlies opgelopen tot circa 700.000,— per jaar, terwijl het maar een paar maanden per jaar open is. Zoiets is tegenover de belasting betaler echt niet meer verantwoord. Het is zaak de zwemmende en sportende bevolking van Soest twaalf maanden in het jaar het bad te geven dat men nu al jaren terecht wil en toekomt. Voor jongeren, voor volwassenen en zeker ook voor ouderen en gehandicapte sporters, vergeet ze niet! De 700.000,= daarvoor inzetten, is wel degelijk verantwoord. Bij zoiets zijn overigens de financiële risico's nooit tot de laatste cent af te dekken. Een gemeente, zo heb ik vaak betoogd, is wat dat betreft als een bedrijf. Een dienstverlenend bedrijf met in ons geval 100 miljoen gulden omzet, 450 mannen en vrouwen als personeel en 40.000 klanten. De aandeelhouders van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 171