29 juni 1989 - 8 - stemmen zijn ingewonnen, zodat zij benoemd zijn tot ambtenaar van de burgerlijke stand. 1 C. Beëdiging loco-secretarissen. VOORZITTER: De loco-secretarissen zullen thans de eed, respectievelijk de belofte afleggen. De heer Van Gent heeft te kennen gegeven de eed te willen afleggen, de heer Van Tol de belofte. Ik verzoek beide heren thans voor mij te komen staan. Ik zal eerst de formulering van de zuiveringseed, respectievelijk -belofte voorlezen en verzoek de heer Van Gent om mij na voorlezing na te zeggen: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig!" en de heer Van Tol: "Dat verklaar en beloof ik!" Ik zweer/verklaar dat ik, om tot waarnemend secretaris benoemd te worden directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook, enige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer/beloof dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk. Zo waarlijk helpe mij God almachtig! Dat verklaar en beloof ik! Heer VAN GENTZo waarlijk helpe mij God almachtig! Heer VAN TOL: Dat verklaar en beloof ik. VOORZITTER: Dan volgt nu de ambtseed of -belofte, waarbij ik de heer Van Gent wederom verzoek aan het slot mij na te zeggen: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig!" en de heer Van Tol de woorden: "Dat beloof ik!" Ik zweer/beloof dat ik alle de plichten die de wet, regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der gemeentebesturen en de door de raad van gemeente Soest vastgestelde of vast te stellen instructie aan het ambt van waarnemend secretaris hebben verbonden, eerlijk en vlijtig zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig! Dat beloof ik! Heer VAN GENT: Zo waarlijk helpe mij God almachtig! Heer VAN TOL: Dat beloof ik! VOORZITTERHeren, dank u zeer. Gefeliciteerd! 1 D. Vaststelling van de notulen van de openbare vergadering van 20 april 1989. Deze notulen worden ongewijzigd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken. VOORZITTER: Ik heb hier een ingekomen stuk, afkomstig van mr. P. Scholten dat ik op zijn verzoek gaarne voorlees. Het stuk is geschreven aan de leden van de raad en luidt als volgt: Geachte leden, Met bijzonder veel genoegen denken mijn vrouw en ik terug aan het feestelijk afscheid dat u ons vorige week hebt bereid. De wijze waarop u dat gedaan heeft zullen wij niet gauw vergeten. De grote zorg die aan de hele dag is besteed, zoals de bloemenversiering, de verdere

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 183