20 juli 1989
- 2 -
Mijnheer de voorzitter, de nestor van de raad, de heer Verheusheeft het
woord gevraagd.
Heer VERHEUSAls nestor van de raad, mijnheer Bos, wil ik u namens alle
fracties die in deze raad vertegenwoordigd zijn, -het is door de heer Plomp
ook al gezegd- van harte welkom heten in ons midden. Daarbij de wens
uitsprekend dat het, gedurende de periode dat wij met u en u met ons zult
moeten samenwerken, een vruchtbare samenwerking mag zijn die in het belang
van de gemeente is en dat u, wanneer u eenmaal weer terugkeert naar Woerden
en hier een definitieve burgemeester is benoemd, tot de ontdekking bent
gekomen dat het in Soest nog niet zo slecht was. Nogmaals van harte welkom
in ons midden. Dat geldt ook voor mevrouw Bos, al verwacht ik niet dat zij
elke raadsvergadering in ons midden zal zijn. Maar deze keer wel, dus u
ook, mevrouw Bos, van harte welkom. Nogmaals, mijnheer Bos, wij hopen op
een hele goede samenwerking.
VOORZITTERDank u wel. Dames en heren, leden van de raad van Soest. Laat
ik beginnen met dank te zeggen aan wethouder Plomp voor zijn hartelijke
begroeting. Dat staat niet op mijn papier, want ik wist niet hoe hartelijk
het zou zijn, maar ik vind dat ik dat nu wel kan zeggen. Evenzo dank aan de
heer Verheus voor zijn naar ik aanneem gemeende woorden. Ook dank namens
mijn vrouw voor de bloemen die haar overhandigd zijn.
U hebt, dames en heren, een benoeming van een waarnemend burgemeester met
gemengde gevoelens ontvangen. Dat heb ik in die enkele dagen dat ik hier
ben, wel begrepen. Ik laat het bij deze constatering omdat een discussie
daarover geen enkel nut meer heeft.
Bij interviews in de pers vraagt men mij of ik deze benoeming als een
uitdaging zie. Dat kan ik helemaal niet, voor de korte periode dat ik -naar
ik hoop voor u- in uw midden ben. Hetgeen ik wel wil nastreven is trachten
wederzijdse waardering. Waardering, omdat dat altijd het bestuur ten goede
komt en dus ook de burger. Als wij als dagelijks bestuurders oprecht zijn
en dus waardering krijgen voor elkaar, dan is er veel gewonnen. Of het
daarnaast ook nog tot sympathie komt, moeten we maar afwachten. Als de
tekenen niet bedriegen, is ook dat mogelijk.
De bloemen vóór mij komen van de raad van Woerden, waarvoor ik hier ook
dank zeg. Ik weet dat dat in ieder geval uit sympathie gebeurt voor mij en
daarin zijn de bestuurders daar niet verdeeld. Dat maakt mij althans een
beetje warm van binnen.
Dames en heren, ik heb het al gezegd, ook via de pers, ik sta erom bekend
nooit lange toespraken te houden. Volgens sommigen was ik wel eens te kort.
Dus, laten we maar aan de slag gaan.
1. Onderzoek geloofsbrief nieuw benoemd raadslid.
VOORZITTER: Daarvoor dient aangewezen te worden een commissie van onder
zoek. Ik wilde daarvoor aanwijzen mevrouw Gerritse, mevrouw Blommers en de
heer Visser, die samen met de secretaris de geloofsbrieven onderzoeken.
Ik schors daartoe de vergadering.
VOORZITTERDe vergadering is heropend. Ik begrijp van de secretaris dat de
heer Visser rapporteert namens de commissie.
Heer VISSER: Voorzitter, de commissie belast met het onderzoek van de
geloofsbrieven van de heer J.0. Danverswonende te Soest, Wiardi
Beckmanstraat 509, verklaart hierbij dat er geen beletselen zijn tegen de
toelating van de heer Danvers tot lid van de raad van deze gemeente.
Voorgesteld wordt dan ook de heer J.0. Danvers toe te laten als raadslid.