20 juli 1989
- 8 -
Overigens denk ik dat uw constatering dat slechts 105.000,- nodig is
voor uw gedachte, mij ook wat magertjes voorkomt. Ik denk dat u dat ten
minste uit zou moeten breiden met het bedrag dat geraamd is uit het fonds
stads- en dorpsvernieuwing omdat met name in de sfeer van de openheid,
toegankelijkheid en sociale veiligheid ook dit gebouw zeer te wensen
overlaat. Die aanpassing is nadrukkelijk nodig.
De zaak van de twee offertes is denk ik op zich geen probleem.
De opmerking van de heer Pothuizen over de stenen nieuwbouw. Ik begrijp
zijn ambivalentie ook wel. Ware het zo dat we die afschrijftermijnen
hadden, zoals ze onder andere door uw collega-raadslid zijn gehanteerd, dan
zou dat inderdaad een voordeel opleveren. We moeten constateren dat we het
investeringsbedrag waar het dan om gaat, niet beschikbaar hebben, maar een
aanzienlijk lager bedrag. We schrijven het totaalbedrag in een keer af, er
is dus geen sprake van een afschrijvingstermijn. Als zodanig zijn dat toch
twee zaken die maken dat uw gedachte binnen de constructie zoals die er nu
is, gewoon niet uitgevoerd kan worden.
Ik wil toch nog wel even ingaan op de kritiek die de heren Baks en Krijger
hebben geuit omtrent het ontbreken van criteria en allerlei andere zaken,
de afweging die gemaakt zou moeten worden als het gaat om het totaal van de
accommodaties. Op zich is daar denk ik toch al indringend in de commissie
over gesproken, maar het moet toch met een enkel woord nog gezegd worden.
Dit voorstel is gedaan, kennende de situatie in de wijk en de nood die
duidelijk uit de kwaliteit, het gebrek aan kwaliteit van deze accommodatie
spreekt en wat er inhoudelijk nodig is. Die heeft zwaarder gewogen dan de
zorgvuldigheid die ook ik graag betracht en die u wenselijk had geleken.
Dat had u inderdaad mogelijkerwijs tot een eenvoudiger en makkelijker
besluitvorming kunnen brengen. Ik denk dat de urgentie van een en ander
dusdanig was, dat dat simpelweg niet tot de mogelijkheden behoort.
Mevrouw TOMASSEN: Ik moet zeggen dat ik het ontzettend betreur dat door de
houding van het CDA en de WD het de Stichting Jeugdzorg nu onmogelijk
gemaakt wordt om dat andere beleid, dat ze duidelijk heeft verwoord in de
brief aan de raad, te gaan voeren. Het is jammer. Je kunt geen ander beleid
namelijk voeren als je niet weet dat je de ruimte beschikbaar hebt.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, ik zou, gegeven de stand van zaken, aan het
college in overweging willen geven om het voorstel terug te nemen. Ik zou
daarbij nog eens ook in overweging willen geven om daar waar de gemeente
beschikt over allerlei middelen, potten en soms voor verschillende
financieringswijzen wordt gekozen -een daarvan is financiering fonds
perdu- nog eens te bezien of er met een ander voorstel, een beter voorstel
wel een draagvlak is te bereiken en tegelijkertijd ook nog een betere
oplossing voor al diegenen die behoefte hebben aan deze accommodatie.
Heer BAKS: Voorzitter, allereerst wil ik graag een misverstand direct de
wereld uithelpen. Als wethouder Kingma suggereert dat ik wat gesuggereerd
heb, dan moet ik hem helaas teleurstellen. Ik heb niks gesuggereerd, dus
kan hij zijn suggestie verder ook maar beter achterwege laten.
Natuurlijk is het zo, als we spreken over die criteria. Daar hebben we het
in de commissie over gehad. We verschillen daarin politiek gezien van
mening en dat mag. Dat blijkt vanavond. In de commissie hebben we niet
gesproken over die 35.000,- die moet komen uit het fonds stads- en
dorpsvernieuwing. Daarvan mag u dus aannemen dat wij met dat gedeelte
akkoord gaan.
Nog even over de opmerking van de heer Pothuizen. Ik denk dat het risico
als u het raadsvoorstel in zijn geheel mee terugneemt, betekent dat in
september de nodige aanpassingen niet gedaan zouden kunnen zijn. Dat is nu