23 oktober 1989
- 4 -
Heer BOERKOEL: Mijnheer de voorzitter. Wat de PvdA betreft, gaat het in
Soest over de vraag of er voor iedereen, zonder uitzondering, een toekomst
van goede kwaliteit is. Volgend jaar bij de algemene beschouwingen zitten
we in een andere ruimte, het nieuwe gemeentehuis van Soest. We hebben dan
een nieuwe burgemeester en een deel van deze raad zal vervangen zijn door
nieuwe bestuurders. Daarnaast geeft een nieuwe regering van nieuwe
coalitiepartners ons de mogelijkheid als gemeenteraad een nieuw beleid te
gaan voeren. In onze algemene beschouwingen spraken we al over een aantal
naar onze mening belangrijke uitgangspunten.
Over het wonen vinden we dat het college op een andere manier moet omgaan
met de wensen van de buurt en of dat nu betrekking heeft op verkeersremmen-
de maatregelen (de heer Krijger noemde het) of over de woonomgeving, de
sociale veiligheid of over het groenonderhoud, het college zou met een
visie vooraf moeten komen. Burgers moeten niet het gevoel hebben dat veel
beslissingen ad hoe beslissingen zijn. Wij hopen dan ook dat onze
voorstellen, waarvan sommige geld kosten en andere weer geen geld kosten,
een gunstig oor zullen vinden bij de overige partijen. We denken dan
bijvoorbeeld aan ouderenhuisvesting, verkeersmaatregelen, een hoger
groenonderhoudsniveau voor oudere wijken ten opzichte van de zogenaamde
groenere wijken, hondenuitlaatterreinen.
Als we het hebben over werken, dan denk ik dat het goed is dat we een
aanzet gedaan hebben in het afgelopen jaar met betrekking tot
werkgelegenheid en werkloosheid. We moeten dat verder uitwerken en met
speciale aandacht voor een aantal groepen in de maatschappijIn de
algemene beschouwingen hebben wij aangegeven aan welke groep wij denken.
Als we het hebben over het milieu zullen we er alles aan moeten doen om het
milieu te ontlasten. Dat betekent naar onze mening dat we moeten scheiden
aan de bron. Langere tijd heeft dat onze voorkeur al. Dat er scherpere
hinderwetregels moeten komen en daarbij een scherpere controle op de
naleving daarvan, eventueel aangevuld met sancties. Dat het gebruik van
energie moet worden teruggedrongen en dat er onderzoek moet komen naar de
luchtverontreiniging. We zullen ook zuiniger moeten omgaan met het
bestaande groen. En over groen gesproken, mijnheer de voorzitter, heb ik
een aantal vragen voor u. Is het het college bekend dat er een kap-
vergunning is afgegeven voor de bomen bij de Oranjehof? En is het het
college bekend dat er daarna direct gekapt is? Hoe heeft het college,
gehoord de discussie in de diverse commissies hiertoe kunnen overgaan?
Kortom, we zijn nogal boos en constateren dat waar de buurt en de raad
bevreesd voor was, nu ook uitkomt. De bomen gaan plat!
Andere milieu-onderwerpen heb ik in mijn algemene beschouwingen al
aangehaald. Ik wacht het antwoord van het college daarop af.
Als we het hebben over welzijn en sport, dan geldt bij alle voorzieningen
voor de PvdA dat iedereen gebruik moet kunnen maken van deze algemene
voorzieningen. Separaat aan deze algemene beschouwingen heeft u van onze
fractie een aanzet ontvangen om te komen tot een minimabeleid en een beter
kwijtscheldingsbeleid, gelukkig met de steun van het CDA, naar ik heb
gelezen. We zullen bij de hoofdstuksgewijze behandeling hierop terugkomen.
Voor wat betreft de sport, mijnheer de voorzitter, vragen we ons af of de
sportverenigingen weten dat vrijwel al het gemeentegeld in de nabije
toekomst opgaat aan het zwembad en de sporthal Dalweg. Op welke wijze,
mijnheer de voorzitter, heeft het college dit kenbaar gemaakt aan de sport
en wat was hun reactie? Kan het college aangeven wat er in de nabije
toekomst nog voor mogelijkheden zijn voor de sport?
Als ik op het onderwijs kom, mijnheer de voorzitter, dan vinden wij dat een
van de belangrijkste fundamenten van onze samenleving. We zullen moeten
blijven werken aan verbetering van het onderwijs, zodat er meer kansen voor
alle mensen mogelijk zijn. De discussie, door het college toegezegd, over