12 - 23 oktober 1989 - 13 - n t g in et wmg een der ienen de 1 lijk enen len i al e van loor izes naar natuurlijk toch daaruit kunnen concluderen dat consolideren, met andere woorden: niet teveel bouwen het motto zal zijn. Er is een vraag gesteld, ook nog door het CDA over het versnelde bodem onderzoek op de Eng. De offertes daaromtrent worden thans bestudeerd in verband met de kosten die daar mogelijk aan verbonden zijn. Wij zullen uiteraard de rapportage daaromtrent eerst in het college afwachten, waarna wij u nader zullen kunnen informeren. Dan ga ik verder met de vragen die door de WD zijn gesteld. De opmerkingen die zijn gemaakt met betrekking tot de verkeersveiligheid. Het is correct dat de verkeersveiligheid veelvuldig op onze agenda's voorkomt. Het beleid ten aanzien van de verkeersveiligheid zoals dat in overleg met de commissie r.o. is vastgesteld is zoals u weet primair gericht op de verbetering van de objectieve verkeersveiligheid. Met andere woorden, het terugdringen van het aantal verkeersongevallen en -slachtoffers. Dat is wat anders dan de verkeersveiligheid in woonstraten en -buurten en ook wat anders dan de discussie rond de subjectieve verkeersonveiligheid. Maar we willen de discussie voor wat betreft objectieve en subjectieve verkeersonveiligheid gaarne met u voeren. Een opmerking ook nog voor wat betreft de kwetsbare verkeersdeelnemers. Ik wijs u erop dat bij vrijwel alle basisscholen thans oversteekvoorzieningen zijn aangelegd, hetgeen uiteraard ook een gunstige ontwikkeling is. Dan een WD-vraag over het winkelbeleid. Zoals bekend is in de laatste vergadering van de commissie r.o. de kwestie van de Lindenhof aan de orde geweest en Albert Heijn. We zijn thans bezig de inspraak te regelen, zowel met betrekking tot artikel 19 als met betrekking tot het bestemmingsplan. U heeft daar zelf ook al stukken voor gekregen en ik moet ervan uitgaan, sprekend namens het college, dat de informatie waaraan de WD-fractie behoefte heeft, vermeld staat in het inmiddels voorgelegde raadsvoorstel. Overigens, over raadsvoorstellen en bestemmingsplannen gesproken, denk ik dat het college het met u eens kan zijn dat wij bestuurlijk gezien inderdaad zouden moeten streven naar globaliteit en minder naar detaillering, temeer daar we dat ook graag zouden zien bij hogere instanties die over bestemmingsplannen moeten oordelen. Nog een opmerking over het bestemmingsplan Van Weedestraat. Dat zal binnenkort in het overleg en de inspraak worden gebracht, zodat een integrale afweging mogelijk is. Dan een opmerking over bedrijfsterrein. Zoals u weet wordt inderdaad al het mogelijke gedaan om de uitbreiding van het industrieterrein Nieuwe Gracht te realiseren. Dat hebben wij onlangs nog bij de Provinciale Planologische Commissie bepleit. Het woord is nu aan Gedeputeerde Staten. Uw opmerkingen vanuit de fractie ter zake zien wij als ondersteuning van het beleid zoals het ook reeds uitdrukkelijk door het college, overigens in samenspraak met uw raad, is gevoerd. Opgemerkt dient te worden dat de definitieve invulling van het terrein, waar dus gesproken wordt over met name milieuhinderlijke bedrijven, nog niet uitgekristalliseerd is. Dat heeft alle aandacht. Een opmerking van de WD ook nog met betrekking tot de overlegstructuur naar de zakenkring, naar het M.K.B. en wellicht ook naar de Soesterbergse ondernemersvereniging. Met deze drie partners zijn duidelijke afspraken gemaakt over de hoeveelheid keren dat wij met elkaar in overleg zullen treden. Wij hebben ook gemerkt dat het goed is om wat dat betreft de temperatuurmeter bij de hand te houden om het klimaat wat dat betreft voortdurend op de juiste temperatuur te houden. Wij doen ons best om uiteraard met deze drie zo duidelijk mogelijke afspraken te maken en voor wat betreft hetgeen in die vergadering is besproken ook tot uitwerking daarvan te komen. In ieder geval de zaken niet te laten liggen als het even kan of in ieder geval uitleg te verstrekken als men daar behoefte aan heeft Ik ga verder met de PvdA. Over het hoofdstuk bouwen zou ik namens het

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 288