25 oktober 1989
- 6 -
dat eigenaar-bewoners toch wel belangstelling hebben voor hun sub-sector in
dit geheel. Daar bots je tegen het plafond dat gesteld is. Het is een punt
dat in het verleden regelmatig door de WD is gesignaleerd, maar dit keer
zal ik het dan maar aandragen. Als je een voorlichtingsbrochure uitgeeft,
mag je verwachten dat je nog meer aanvragen krijgt dan je al hebt en dat je
dus nog eerder aan het plafond komt van de mogelijkheden. Ik heb in dat
verband er mijn twijfels over of het verstandig is om aan die 120.000,-
voor deze sub-sector vast te houden. Ik zou u eigenlijk toch nog eens
willen vragen om dat te heroverwegen, om niet hier binnen afzienbare tijd
weer terug te moeten komen met de vraag om dat alsnog weer aan te passen.
Wethouder PLOMP: Dat willen wij graag doen, mijnheer de voorzitter, maar
ergens moet je de grens stellen. Dat hebben wij willen doen in dit
voorstel. Uiteraard is het mogelijk, als je voorlichting geeft, dat er wat
dat betreft over de begrotingspost heen wordt gegaan. Ik denk dat op het
moment dat wij daar aanwijzingen toe krijgen, wij dat toch wel aan u zullen
voorleggen. Maar wij hebben de grens zoals die hier ligt, willen stellen.
Hoe hoog je die precies moet stellen, dat hangt mede af van de ervarings
gegevens. De cijfers die hier staan, zijn mede ingegeven door de
ervaringsgegevens die we op dit moment hebben.
Heer POTHUIZEN: Ik wil graag geloven dat u ervaringen hebt op dit punt, het
is duidelijk dat wij bij mijn weten het plafond van 1989 al hebben bereikt.
Het uitgeven uit dit fonds is kennelijk een grote moeilijkheid. We nemen
ons steeds en stellig voor om het dan nu eindelijk eens uit te gaan geven,
door dit soort plafonds vast te stellen -daar waar we weten dat de
belangstelling voor de subsidiëring zo groot is- vind ik dat een toch wel
wat behoudende benadering.
VOORZITTER: Met een eventuele overschrijding wordt kennelijk door de raad
ingestemd
Mevrouw BLOMMERSMag ik er nog één opmerking over maken? Wij
onderschrijven de opmerking van de heer Pothuizen. We hebben het stuk
echter als volgt gelezen. Er staat ergens een regeltje in waarin staat: als
we niet voldoende hebben aan deze post, komen we terug bij u. Ik denk dat
dat op zichzelf goed is. Als je nu al een groot bedrag vastlegt en door een
of andere onvoorziene omstandigheid zou het niet worden gebruikt, zouden we
weer zeggen: kijk, weer te ruim geraamd, het is niet gebruikt, nu zijn
andere mensen misschien teleurgesteld. Het geeft toch de mogelijkheid om
het een beetje af te stemmen. Ik zal niet zeggen dat je het elk jaar zo
moet doen, maar juist omdat de ervaring hiermee nog opgebouwd moet worden,
willen we er op deze manier graag mee akkoord gaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
10. Voorstel tot vaststelling van het plan van aanpak energiebesparing.
Heer WIJMENGA: Voorzitter, het plan dat hier voorligt vinden wij van een
zodanig hoge waarde dat we er toch een paar woorden aan willen wijden.
Eerst nog een enkele opmerking vooraf. Het algemene verhaal is op zich een
goed verhaal. Dat hebben we wel vaker, maar als we dan met de cijfers,
berekeningen enz. geconfronteerd worden, dan begint het vaak op een puzzel
te lijken. De heer Van Esseveld heeft ons al meerdere malen bewezen dat er
veel tijd mee verkwist kan worden om ze op te moeten lossen, maar dat er
eigenlijk nooit iets uitkomt, dat het nooit wat oplevert. Ik wil daarom
toch nog eens in deze plenaire zitting zeggen: maak het ons zo gemakkelijk