16 februari 1989
- 9 -
punten die nog niet 100% duidelijk zijn. Dat is op zich heel jammer, het
zou plezierig zijn als het wel zo was. Daar staat tegenover dat u terecht
constateert dat het verslag van begin februari naar aanleiding van het
gesprek over de beheersafspraken heel nadrukkelijk aangeeft dat feitelijk
iedereen de intentie heeft om op basis van de concrete uitspraken die
daarin staan, een overeenkomst te sluiten. Het is opvallend, denk ik, dat
iedereen het in dat opzicht met elkaar eens is en dat men in gelijke
richting denkt. Ik moet zeggen dat dat een heel verschil is met een aantal
jaren geleden. Ik had er een aantal jaren geleden een hard hoofd in. Ik wil
niet zeggen dat er op dit moment geen risico is, dat is er natuurlijk
zeker. Aan de andere kant zijn er ontwikkelingen gaande, met name in het
sociaal-cultureel werk die toch samen met deze ontwikkeling aangeven dat er
op een positieve manier gewerkt kan worden, ook in deze nieuwe situatie.
Als u vraagt -met name CDA en WD vragen dat- om een officiële
intentieverklaring, dan denk ik eigenlijk dat die er feitelijk al is,
middels dat verslag. Maar als u daar behoefte aan heeft dan denk ik dat we
zeker kunnen bevorderen om in ieder geval de officiële bevestiging te
krijgen van alle betrokken instellingen. Ik denk dat dat in principe de
verbouwing niet hoeft te verstoren. Dat zou ook niet wenselijk zijn, denk
ik, want niet voor niets dat we op het allervroegste moment waarop we
konden, dit raadsvoorstel aan u voorleggen, ook om er uit een oogpunt van
kosten zo goed mogelijk uit te springen, maar tegelijkertijd om ook niet
het risico te lopen dat we toch met het in gebruik nemen van het gebouw ook
enige risico's lopen. Dat zou vervelend zijn, tegelijkertijd is het zo dat
de tijdelijke situatie zoals we die nu hebben, dat we die liefst in deze
buurt zo kort mogelijk zouden willen laten duren en echt een goede
accommodatie met goede afspraken zo spoedig mogelijk zouden willen laten
starten om inderdaad een echte goede start van deze accommodatie van deze
instellingen in deze buurt mogelijk te maken. Dat is namelijk toch wel heel
belangrijk.
Er is gesproken over waarom slechts een vergoeding van de exploitatie
lasten. Als u bedoelt dat de kapitaalslasten niet worden doorberekend, dat
beluister ik een beetje, dan denk ik dat in het totaal van de discussie
over het accommodatiebeleid -waarvan in de planningskalender staat dat we
aan het eind van het jaar daar nadrukkelijk op terugkomen- gepoogd zal
worden zoveel mogelijk een eenduidig beleid te voeren. Juist ten aanzien
van het Smitsveen zijn een aantal zaken nog open gehouden om in te kunnen
spelen onder andere op dit soort ontwikkelingen, om nog de flexibiliteit te
hebben daarop in te kunnen spelen. Ik denk dat wat betreft we die discussie
nog met elkaar kunnen voeren en dat de intentie dezelfde is.
Ik denk dat het er in wezen op neerkomt hoe je inschat dat het risico in
het beheer is. Gegeven de ontwikkeling van de afgelopen jaren heb ik het
idee niet misschien dat er sprake is van liefde tussen de instanties, maar
dat er van een verheugende saamhorigheid sprake is als het gaat om de
intentie een aantal goede afspraken te maken, waarvan concreet de
uitgangspunten zijn vastgelegd. Dat is meer dan ik vier jaar geleden had
durven dromen. Dat zal voldoende aanleiding kunnen zijn om deze start te
wagen in het vertrouwen dat deze ontwikkeling zich voortzet.
Heer BAKSVoorzitter, het klinkt allemaal positief. Wie zijn wij dan om
daar iets anders tegenover te zetten? We zijn het in ieder geval eens op
een aantal essentiële dingen, dat er zo spoedig mogelijk een accommodatie
moet komen die voldoet aan de wensen en behoeften van de instellingen die
met verheugende saamhorigheid, zoals de wethouder dat zegt, met elkaar aan
de gang gaan. Waarom stelden wij die koppeling voor? Misschien dat ik daar
dan nog een concrete vraag aan kan verbinden. Wij dachten namelijk, niet op
de hoogte zijnde van de verheugende saamhorigheid, dat het zeer wel