23 november 1989 - 33 - begint met voorlichting, weten waar ze mee bezig zijn, en geeft ze ook een oplossing om met die verantwoordelijkheid zelf iets te gaan doen en niet te wachten tot je meegaat in de moloch die dat allemaal regelt. Het college vindt dan hier staan: de meerkosten moeten gedragen worden door de burgers door de meerkosten tot uitdrukking te brengen in het tarief voor de afvalstoffenheffing. Het probleem dat we hebben gehoord met betrekking tot het volume is, dat het volume door de makkelijke manier van afvoeren is toegenomen, dat dat zoveel kosten met zich mee heeft gebracht. Als je maar doordenkt in die manier blijf je maar de kosten afwentelen. Dat willen wij niet, dus het amendement van D66, even los van de financiële consequenties, zien wij sympathiek tegenaan. Het tweede punt. Als je mensen toch wil brengen tot een ander gedrag, dan is het heel gewoon -dat heeft niets te maken met wel of niet christelijk zijn of een levensbeschouwing, maar de mens in zijn waarde laten en soms moeten zeggen: we moeten hem helpen om die waarde te vinden- dat men er best iets tegenover mag stellen. Als men minder bijdraagt aan het volume, laat er dan een waardering tegenover komen. Als men zegt: ik maak geen gebruik van de afvoermogelijkheid van het GFT van de fractie die nog niet gehoord is hier: de natte fractie, dan denk ik dat men daar best tegenover mag stellen dat men op een andere wijze bijdraagt aan de kosten die overblijven. Dat zal een werk betekenen voor het college, maar toch vinden wij dat het best meegenomen kan worden in een latere uitwerking daarvan. Heer POTHUIZEN: Voorzitter, het heeft mij een klein beetje teleurgesteld dat de heer Van Logtenstein eigenlijk toch wat terughoudend -om geen sterkere termen te gebruiken- tegenover ons amendement staat. Hij is uiteindelijk van enkele dwaalsporen teruggekeerd, maar hij heeft vervolgens toch gehandhaafd het argument dat de systematiek een keuze in de weg zou staan en daarbij kennelijk gemeend dat systematiek iets is waar burgers zich maar aan moeten onderwerpen, zelfs als ze bereid zijn om tegen kosten toch een bijdrage te leveren aan het verminderen van de kosten voor de gemeentelijke overheid. Hij heeft daarbij een voor mij niet zo erg begrijpelijke term 'nevenschikkend' gebruikt. Dat gebruik ik altijd als ik de dingen gelijk vind en voor elkaar in de plaats wil stellen, maar bij hem ligt dat kennelijk anders. Hij bedoelde ongetwijfeld: je mag hem hebben als het ons uitkomt. Dat vind ik jammer. Hij heeft ook gezegd: je kunt nu eenmaal niet met alle GFT uit de voeten. Tuinafval, dat hadden we eerder ook al gezegd, daar zijn vandaag de dag al oplossingen voor nodig. Daar zullen ook bij uw systeem oplossingen voor nodig zijn. Die zijn bij ons systeem ook nodig. Dat staat dus buiten de vergelijking. Dat mensen mogelijkerwijs zullen zondigen door in de verkeerde bak iets te gooien, dat heeft mevrouw Tomassen aangeduid, daar hebt u op gezinspeeld, maar ook dat kan gebeuren in uw systeem en ook daarvoor was u al van plan om controleurs aan te stellen die dat steekproefsgewijs zouden gaan bekijken. Met andere woorden: dat is geen argument tegen ons amendement. Er is door het CDA gezegd: er is geen markt meer voor, de mensen die bereid zijn om te composteren doen dat toch al. Ik wil er nog eens op wijzen dat zeer terecht van de kant van de PvdA naar voren is gebracht -dat is door de heer Van Logtenstein vervolgens nog eens onderstreept, maar we wisten het natuurlijk allemaal al wel- dat voorlichting in deze gewoon heel erg belangrijk is. Daar moet je het in hoge mate van hebben. Ik denk zelfs toch dat een beetje het prijsmechanisme daar soms wel een rol bij kan spelen. Bovendien, sommige mensen zullen daadwerkelijk niet zo erg gelukkig zijn met die GFT-container die natuurlijk niet alleen maar voordelen brengt, daar kun je je ook nog wel wat bij voorstellen aan nadelen. Tot de heer Meilof moet ik dan ook zeggen: de geest van het amendement is natuurlijk

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 414