23 november 1989 - 34 - volstrekt duidelijk: vermindering van het aanbod. Daar hebben wij een middel voor geprobeerd aan te dragen, namelijk de compostbak. Ik sluit helemaal niet uit dat er betere middelen zijn. U hebt ze ook al genoemd. Het is natuurlijk zo dat wie kiest, dat doet voor het doel. Ik ben volledig met u van mening dat zo u dan geen compostvat zou willen hebben, maar in ieder geval ook niet die container, dat u dan die mogelijkheid zou moeten hebben omdat wij er, als u dat zo kiest, op mogen vertrouwen dat u gewoon zorgt dat dat aanbod niet in roulatie komt. Ik hoop, voorzitter, dat zoals ik het nu taxeer er een meerderheid is voor ons amendement en ik hoop ook dat u bereid bent -dat wil zeggen dat het college en in het bijzonder de heer Van Logtenstein bereid is- om dat amendement ook uit te voeren als het wordt aangenomen. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Voorzitter, vanuit twee fracties is een vraag gesteld over kwijtscheldingsbeleidoftewel een beleid ten aanzien van minima. Ik denk dat het een financieel aspect is. Dat zou ik graag willen overhevelen naar de wethouder financiën. Wij hebben een minima- of een kwijtscheldingsbeleid. Ik had de indruk dat het tot aan zijn grenzen was opgerekt, maar dat hoort u dan van de heer Menne De vraag van het amendement. Het amendement is in de discussie geweest in de politiek. Ik stel met de heer Pothuizen vast dat er waarschijnlijk een meerderheid in de raad is die dat zal steunen. Dat duidt de richting aan en ik denk dat het verstandig is om als college te reageren en te zeggen dat wij die keuze met behoud van het toerekenen van de meerkosten van de GFT- inzameling (er is dus geen verschil in de bijdrage van burgers aan de GFT- inzameling)dat wij met behoud van die bijdrage bij de introductie op papier die keuze dan mogelijk zullen maken. Dat betekent: de burger die daarom vraagt, die kan het krijgen. Ik ga er daarbij van uit dat dat de goedwillende burgers zijn. In de mensvisie zoals die hier ook over tafel gerold is, zullen dat degenen zijn die heel daadwerkelijk met GFT aan het werk gaan. Maar het geeft niet een vermindering van de kosten en dus geeft het ook in wezen naar de burger toe de normale toerekening. Dat was dacht ik het enige waar ik nog op moest reageren, voorzitter. Wethouder MENNE: Een kleine aanvulling voor wat betreft inderdaad het minimabeleid. Ik spreek tevens namens mijn collega Kingma. Wij komen, ik dacht vanaf heden gerekend over twee maanden met een notitie minimabeleid, waaronder ook resorteert het kwijtscheldingsbeleid. Dus ik kan dat bij deze toezeggen. Het is eigenlijk een herhaling van een eerdere toezegging. Wethouder VAN LOGTENSTEIN: Ik ben de heer Blaauw nog een antwoord schuldig. Hij heeft gezegd: als je het collectief doet, is het goedkoper. Dat hoeft niet zo te zijn. We zijn binnen de regio natuurlijk heel daadwerkelijk met andere gemeenten bezig om in ieder geval allemaal over te gaan tot inzameling van GFT, separate inzameling. Maar u moet wel beseffen dat er twee dingen zijn. We hebben inzameling als een autonome gemeentelijke plicht, een wettelijke plicht en we hebben de verwerking. De verwerking is collectief te regelen en is collectief geregeld. Daar hebben we nu afspraken voor binnen de AVU en we hebben een contract met de VAM. Het andere is een gemeentelijke zaak en elke gemeente zal voor zichzelf moeten beslissen: wil ik tot GFT-inzameling overgaan? De signalen uit de regio zijn dat er op zijn minst nog twee andere gemeenten zijn die of in december of in januari naar zeer grote waarschijnlijkheid zullen besluiten tot het inzamelen van GFT. U mag van mij verwachten dat ik met die gemeenten om de tafel ga zitten om te kijken of wij op het gebied van inzameling tot beperking van kosten zullen kunnen geraken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 415