21 decenber 1989 - 6 - beheersverordening bijgehaald wordt, dan zeg ik: nee. Maar wel zeg ik ja tegen het feit dat er een aantal problemen liggen bij de brandweer, waarvan u volledig op de hoogte bent, want dat ligt voor een deel nog in het verleden, daar zijn toen om welke reden dan ook geen besluiten over genomen. In de gesprekken met de brandweer hebben wij ook gezegd: als we nu toch om de tafel gaan zitten met een werkgroep om de vergoedingen te bekijken, dan moet je persé ook die andere zaak oppakken en meenemen, juist omdat wij nu eerst toch de honoreringen vaststellen vanavond, terwijl we eigenlijk afgesproken hadden om eerst de organisatie- en beheersverordening vast te stellen en dan pas de onderwerpen die u nu vanavond al krijgt. Ook de kwestie van: moeten we naar één korps toe voor de hele gemeente, of gaan we door met twee korpsen (Soesterberg en Soest) willen we in samenhang met elkaar bekijken in de werkgroep. Wat het resultaat zal zijn kan ik u natuurlijk nog niet vertellen, want daar gaat juist de werkgroep op studeren en zal dan met een voorstel komen. Daarom is het ook van het grootste belang dat alle partijen in die werkgroep vertegenwoordigd zijn, de beroepsbrandweer, de vrijwilligers, de politiek en het college. De vraag van de heer Visser of de brandweer akkoord is met de aanpak zoals wij dat nu voorstellen. Het antwoord is ja. De opmerking vanuit de raad -de heer Krijger zei dat en ik dacht ook de heer Verheus- om te bezien of wij meer in regionaal verband deze zaak kunnen bekijken, opdat wellicht ook financiële ruimte ontstaat op het gebied van vergoedingen. Daar ben ik wat voorzichtig in op dit moment, omdat u zich wel moet realiseren dat in feite landelijk men al heeft gewerkt om uniformiteit te verkrijgen. Dat vindt u terug in de model verordening van de VNGDe brandweer is een van de oudste instituten die wij in onze samenleving, in onze gemeente kennen en daar zijn historisch natuurlijk allerlei dingen gegroeid. Toen kwamen de modelverordeningen van de VNG en nu zie je in de gemeenten dat vrijwel nergens deze model verordening integraal is overgenomen. Iedere gemeente heeft, gelet op zijn historie, daar aanpassingen in aangebracht. Soest doet wat dat betreft niets anders. Datzelfde zal zich natuurlijk ook voordoen binnen een regio. Maar ik ben ervan overtuigd naarmate wij langer samenwerken in een regio, dat de onderlinge verbondenheid ook zal toenemen en ook de behoefte -door u is dat hier vanavond nog weer eens een keer geuit- om regelingen op elkaar af te stemmen. Net zoals we uniformiteit in materieel hebben gekregen en in opleidingen, zo groeien we denk ik ook toe naar een uniformiteit op het gebied van honoreringen en vergoedingen. Of het al op korte termijn te bereiken is, daar kan ik hier vanavond niet op antwoorden, dat zullen we met elkaar in de regio moeten doen. Maar ik neem dat punt graag mee. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 6. Voorstel tot wijziging van bijlage I en III in de "Bezoldigingsverordening 1988". Het voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen 7. Voorstel tot wijziging van de Verordening behandeling AROB-bezwaarschriften Soest Heer KRIJGER: Een korte opmerking, aan de orde wordt tevens gesteld door u de samenstelling van de bezwaarschriftencommissie. Wij hebben zeer veel waardering voor het werk van die commissie, die voor de raad een aantal zaken uitzoekt. We moeten wel constateren dat daar grotendeels r.o.-mensen inzitten. Zij doen hun werk goed, maar vooral op een terrein waar ze al

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1989 | | pagina 431